Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trainingscontrole - Finnlo AQUON EVOLUTION Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AQUON EVOLUTION:
Inhoudsopgave

Advertenties

Let op:
Omdat er personen zijn die "hoge" en "lage" pulsen hebben, kunnen de individuele optimale
pulszones (aërobe zone, anaërobe zone) verschillen van die van het grote publiek
(doelhartslagschema).
In deze gevallen moet de training worden geconfigureerd volgens individuele ervaring. Als
beginners met dit fenomeen worden geconfronteerd, is het belangrijk dat een arts wordt
geraadpleegd voordat de training begint, om de gezondheidscapaciteit voor de training te
controleren.

9.4 Trainingscontrole

zowel medisch als op het gebied van de trainingsfysiologie is een training onder leiding van
een arts zinvol en gericht op de individuele maximale hartslag.
Deze regel geldt zowel voor beginners, ambitieuze recreatieve sporters als voor profs.
Afhankelijk van het doel van de training en de status van de perforatie wordt er getraind met
een specifieke intensiteit van de individuele maximale polsslag (uitgedrukt in procentpunten).
Om de cardiocirculatietraining effectief te configureren op basis van sportmedische
aspecten, adviseren wij een trainingspuls van 70 % - 85 % van de maximale hartslag. Zie
het volgende doelhartslagdiagram.
Meet uw hartslag op de volgende punten in de tijd:
1. Voor de training = rustpuls
2. 10 minuten na aanvang van de training = training / werkslag
3. Een minuut na de training = herstelpuls
Gedurende de eerste weken wordt aanbevolen om te trainen met een hartslag aan de
ondergrens van de training pulse zone (ongeveer 70 %) of lager.
Intensiveer gedurende de volgende 2 - 4 maanden de training stapsgewijs tot aan de
bovengrens van de trainingshartslagzone (ongeveer 85 %), maar zonder uzelf te
overbelasten.
Als u in een goede conditie bent, verspreidt u de eenheden in het onderste aëroob bereik
hier en daar in de trainingsprogramma's, zodat u voldoende regenereert. "Goed" trainen
betekent altijd intelligent trainen, inclusief regeneratie op het juiste moment. Anders worden
de resultaten van de overtraining en je vorm ontaardt.
Elke laadeenheid in het bovenste pulsbereik van de individuele prestaties moet in de
volgende trainingssessie altijd worden gevolgd door een regeneratieve trainingseenheid in
het onderste pulsbereik (tot 75 % van de maximumpuls).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3705104141

Inhoudsopgave