36
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
1
Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afge-
koeld.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of
hogedrukreiniger.
Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes
gebruiken.
Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het
glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en
kan het glas uiteindelijk breken.
Buitenkant apparaat
• De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
• Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
• Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Binnenkant oven
Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil namelijk niet aan en
kunt u vuil het makkelijkst verwijderen.
1. Bij het openen van de ovendeur schakelt automatisch de ovenverlichting in.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven na.
3
Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een speciale ovenreiniger.
1
Let op: neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de fabrikant in acht!
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik af-
wassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.