Figuur 77
1. Snijrand
Opmerking:
De uiteinden moeten iets lager
dan het midden zijn en de snijrand moet lager
dan de onderkant van het mes zijn. Deze
kenmerken zorgen voor een goede maaikwaliteit
en vereisen minder vermogen van de motor.
Opmerking:
Als de uiteinden hoger zijn dan
het midden, of als de snijranden hoger zijn dan
de onderkant van het mes, moet u het maaimes
vervangen. Deze kenmerken geven aan dat het
mes krom of verbogen is.
6.
Gebruik de antiscalpeercup en de mesbout om
het mes te monteren met de vleugel naar de
maai-eenheid gericht.
7.
Draai de mesbout vast met een torsie van 115
tot 149 N·m.
De stoptijd van het mes
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De messen van de maai-eenheid moeten binnen 7
seconden stoppen nadat u de maai-eenheden hebt
uitgeschakeld.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de maai-eenheden
omlaag zijn gebracht op een schoon gedeelte van het
gazon of op een hard oppervlak om te voorkomen dat
er stof en vuil opwaait.
Om de stoptijd te controleren, laat u een assistent
op een afstand van ten minste 6 meter van de
maai-eenheid staan en laat u hem kijken naar de
messen op 1 van de maai-eenheden. Schakel de
maai-eenheden uit en noteer de tijd die er nodig is
g276373
2. Onderkant
totdat de messen volledig tot stilstand zijn gekomen.
Als de tijd meer dan 7 seconden bedraagt, moet de
remklep worden afgesteld; neem contact op met uw
Toro verdeler om u te helpen bij deze afstelling.
62