Opmerking:
Hierdoor ontstaat er een grotere
ruimte doordat de maaikamer in een hogere
stand staat, maar de maai-eenheid bereikt in
deze stand wel eerder de maximale hoogte.
De achterste maai-eenheid
afstellen
De voorste en achterste maai-eenheden moeten
in verschillende standen worden gemonteerd.
De achterste maai-eenheid is voorzien van 1
montagestand voor een juiste uitlijning met de
Sidewinder®-eenheid onder het frame.
Monteer voor alle maaihoogten de achterste
maai-eenheid in de achterste montageopeningen
(Figuur
18).
8
De maaihoogte instellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Belangrijk:
Dit cirkelmaaidek maait vaak
ongeveer 6 mm lager dan een messenkooimaaier
met dezelfde instelling. Mogelijk moet u de
cirkelmaaidekken 6 mm hoger instellen dan een
messenkooimaaier in hetzelfde gebied.
Belangrijk:
U kunt veel beter bij de achterste
maaidekken door het maaidek van de machine te
verwijderen. Als de machine is uitgerust met een
Sidewinder®, beweeg de maaidekken dan naar
rechts, verwijder het achterste maaidek en schuif
het naar rechts eruit.
1.
Laat de maai-eenheid neer op de grond, zet de
motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2.
Draai de bout los waarmee de maaihoogtebeugel
aan de maaihoogteplaat is bevestigd (aan de
voorzijde en de zijkanten); zie
Figuur
19.
19
Figuur 19
1. Afstandsstuk
2. Maaihoogteplaat
3.
Begin aan de voorzijde en verwijder de bout.
4.
Verwijder het afstandsstuk terwijl u de
maaikamer ondersteunt
5.
Verplaats de kamer naar de gewenste
maaihoogte en plaats een afstandsstuk in de
bijbehorende maaihoogteopening en de sleuf
(Figuur
20).
Figuur 20
6.
Plaats de tappende plaat op één lijn met het
afstandsstuk.
7.
Draai de bout met de hand vast.
8.
Herhaal stap
4
tot
9.
Draai de 3 bouten vast met een torsie van
41 N·m.
Opmerking:
Draai eerst de voorste bout vast.
Opmerking:
Voor aanpassingen van meer dan
3,8 cm moet u de maaihoogte mogelijk eerst op
een hoogte ertussenin instellen om klemmen te
voorkomen (bijvoorbeeld bij het veranderen van
de maaihoogte van 3,1 cm naar 7 cm).
3. Maaihoogtebeugel
(Figuur
19).
7
voor elke aanpassing.
g031577
g026184