Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter
niet te reinigen. Plaats steeds een
nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter 3
onderhoudsbeurten heeft gehad
Figuur 48
1. Rubberen uitlaatklep
2. Sluiting van luchtfilter
3. Voorfilter van luchtfilter
Figuur 49
1. Veiligheidsfilter
3.
Plaats het voorfilter terug
4.
Plaats het nieuwe filter door de buitenring van
het element aan te drukken om dit vast te zetten
in de filterbus.
Opmerking:
Druk niet op het flexibele midden
van het filter.
5.
Reinig de opening van de vuiluitlaat in het
afneembare deksel.
6.
Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel,
maak de holte schoon en plaats de klep terug.
7.
Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
naar beneden gericht, in een stand tussen 5
(Figuur
49).
g032050
4. Luchtfilterhuis
5. Verzendingseenheid
verstopping luchtfilter
6. Rubberen toevoerslang
g008861
(Figuur
48).
tot 7 uur gezien vanaf het uiteinde. Maak de
vergrendeling vast
Motorolie verversen
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met
olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd
voor- en nadat u de motor voor de eerste keer start.
De carterinhoud is ongeveer 2,8 liter met filter.
Gebruik Toro Premium motorolie of een andere
hoogwaardige motorolie met laag asgehalte die
minstens voldoet aan de volgende specificaties:
•
Vereiste onderhoudsclassificatie van API:
CH-4, CI-4 of hoger.
•
Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -17 °C)
•
Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (voor
alle temperaturen)
Opmerking:
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar
bij uw dealer met een viscositeit van 15W-40 of
10W-30. Zie ook de Gebruikershandleiding van de
motor, die bij de machine werd geleverd, voor verdere
aanbevelingen.
Opmerking:
De beste tijd om de motorolie te
controleren is wanneer de motor koud is voordat
deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid,
moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende
tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het
olieniveau op of onder de bijvulmarkering A
peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij de
volmarkering F
te brengen. Niet te vol vullen. Als
ULL
het oliepeil zich tussen de twee markeringen F
A
bevindt, hoeft u geen olie bij te vullen.
DD
Controleer het oliepeil zoals wordt getoond in
50.
45
(Figuur
48).
DD
ULL
Figuur
op de
en