FC 300 Programmeerhandleiding
3.7.7 5-6* Pulsuitgang
Deze parameters dienen om de pulsuitgangen en de bijbehorende functies en schaling te configureren. De pulsuitgangen zijn toegewezen aan klem 27
of 29 via par. 5-01 en par. 5-02.
Opties voor het uitlezen van uitgangsvariabelen:
[0] *
Niet in bedrijf
[45]
Busbest.
[48]
Busbest, time-out
[51]
MCO-gestuurd
[100]
Uitgangsfrequentie
[101]
Referentie
[102]
Terugkoppeling
[103]
Motorstroom
[104]
Koppel tov begr.
[105]
Koppel tov nom.
[106]
Vermogen
[107]
Snelh.
[108]
Koppel
[109]
Max uitg.freq.
5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele
Option:
[0]
Niet in bedrijf
5-62 Max. freq. pulsuitgang 27
Range:
5000 Hz*
[0 - 32000 Hz]
5-63 Klem 29 pulsuitgangsvariabele
Option:
[0] *
Niet in bedrijf
Parameters voor het configureren van de schalings- en uitgangsfuncties of pulsuitgangen. De puls-
uitgangen zijn toegewezen aan klem 27 of 29. Stel klem 27 in op uitgang in par. 5-01 en klem 29
als uitgang in par. 5-02.
Functie:
Selecteer de variabele voor uitlezing van klem 27.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Functie:
Stel de maximumfrequentie voor klem 27 in overeenkomstig de uitgangsvariabele die is geselec-
teerd in par. 5-60.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Functie:
Selecteer de variabele voor uitlezing van klem 29. Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC
302.
®
MG.33.M4.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3 Parameterbeschrijving
3
93