Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Parameterbeschrijving

3.3.8 1-8* Stopaanpassingen

Parameters voor het instellen van speciale stopfuncties van de motor.
3
1-80 Functie bij stop
Option:
[0] *
Vrijloop
[1]
DC-houd
[2]
Motorcontrole
[3]
Voormagnetis.
[4]
DC-spann. U0
1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]
Range:
3 tpm*
[0-600 tpm]
1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]
Range:
0,0 Hz*
[0,0-500 Hz]
1-83 Precisiestopfunctie
Option:
[0] *
Prec.stop met uitloop
[1]
Tellerstop met reset
[2]
Tell.stop z reset
[3]
Snelh.comp.stop
[4]
Comp.tell m reset
[5]
Comp.tell z reset
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-84 Precisiestop
Range:
100000*
[0 - 999999999]
50
boost in te stellen. Voer de waarde in die nodig is voor het deactiveren van de mechanische rem.
Startfunctie
Stel par. 1-72
in op [3] of [4] en stel in par. 1-71
in. Er moet een referentiesignaal aanwezig zijn.
Functie:
Selecteer de functie van de frequentieomvormer na een stopcommando of wanneer de frequentie
uitgelopen is naar de ingestelde waarde in par. 1-81
Laat de motor vrijlopen. De motor wordt afgeschakeld van de frequentieomvormer.
Voorziet de motor van een DC-houdstroom (zie par. 2-00).
Controleert of er een motor is aangesloten.
Hiermee wordt een magnetisch veld opgebouwd terwijl de motor stilstaat. In dat geval kan de motor
snel een koppel produceren bij het starten. Alleen voor asynchrone motoren.
Functie:
Stel de snelheid in waarbij par. 1-80
Functie:
Stel de uitgangsfrequentie in waarbij par. 1-80
Functie:
Biedt een hoge herhalingsnauwkeurigheid op het stoppunt.
Laat de frequentieomvormer draaien vanaf de ontvangst van een pulsstartsignaal totdat het door
de gebruiker geprogrammeerde aantal pulsen in par. 1-84
ingangsklem 29 of 33.
Een intern stopsignaal zal de normale uitlooptijd (par. 3-42, 3-52, 3-62 of 3-72) activeren. De tel-
lerfunctie wordt geactiveerd (het tellen begint) op de flank van het startsignaal (wanneer het van
stop naar start gaat). Na elke precisiestop wordt het aantal pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm
is geteld, teruggezet naar 0.
Vergelijkbaar met [1], maar het aantal pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm is geteld, wordt
afgetrokken van de tellerwaarde in par. 1-84.
Stopt op precies hetzelfde punt, ongeacht de huidige snelheid; hiervoor wordt het stopsignaal intern
vertraagd wanneer de huidige snelheid lager is dan de maximumsnelheid (ingesteld in par. 4-19).
Vergelijkbaar met [3], maar na elke precisiestop wordt het aantal pulsen dat tijdens de uitloop naar
0 tpm is geteld, teruggezet naar 0.
Vergelijkbaar met [3], maar het aantal pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm is geteld, wordt
afgetrokken van de tellerwaarde in par. 1-84.
Functie:
Stel de tellerwaarde in die moet worden gebruikt in de geïntegreerde precisiestopfunctie, par. 1-83.
De maximaal toegestane frequentie op klem 29 of 33 is 110 kHz.
®
MG.33.M4.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
Startvertraging
Min. snelh. functie bij stop [RPM]
Functie bij stop
wordt geactiveerd.
Functie bij stop
wordt geactiveerd.
Prec. stoptellerwaarde
een startvertragingstijd
.
is ontvangen op

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave