FC 300 Programmeerhandleiding
Rs
Rs
C x
cu x
T
=
(1 + α
Δ
20°
KTY-sensoren kunnen worden gebruik voor motorbeveiliging (par. 1-97).
De FC 302 kan werken met drie typen KTY-sensoren, gedefinieerd in par. 1-95. De actuele sensortemperatuur kan worden uitgelezen via par. 16-19.
NB!
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of een KTY-sensor wordt gebruikt, wordt in geval van kortsluitingen tussen
motorwikkelingen en sensor niet voldaan aan PELV. Om aan PELV te voldoen moet de sensor extra zijn geïsoleerd.
1-95 KTY-sensortype
Option:
[0] *
KTY-sensor 1
[1]
KTY-sensor 2
[2]
KTY-sensor 3
1-96 KTY-thermistorbron
Option:
[0] *
Geen
[2]
Anal. ingang 54
) Ω waarbij α
= 0.00393
cu
Functie:
Selecteer het gebruikte type KTY-sensor.
KTY-sensortype 1: 1 kΩ bij 100 °C
KTY-sensortype 2: 1 kΩ bij 25 °C
KTY-sensortype 3: 2 kΩ bij 25 °C
Deze parameter geldt enkel voor de FC 302.
Functie:
Analoge ingang 54 kan worden gebruikt als KTY-sensoringang. Klem 54 kan niet worden geselec-
teerd als KTY-bron als deze al als referentie wordt gebruikt (zie par. 3-15 tot 3-17).
Deze parameter geldt enkel voor de FC 302.
NB!
Aansluiting van KTY-sensor tussen klem 54 en 55 (GND). Zie afbeelding in de
sectie
®
MG.33.M4.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Aansluiting KTY-sensor
.
3 Parameterbeschrijving
3
55