Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss FC 300 Programmeerhandleiding pagina 39

Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Programmeerhandleiding
[0]
U/f
[1] *
plus
VVC
[2]
Flux sensorvrij (alleen FC 302)
[3]
Flux met enc.terugk. (alleen FC 302) Zeer hoge nauwkeurigheid ten aanzien van snelheid en koppelregeling, geschikt voor de meest
De beste asprestatie wordt gewoonlijk verkregen in de twee Flux-vectorbesturingsmodi
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-02 Flux motorterugk.bron
Option:
[1] *
24 V-encoder
[2]
MCB 102
[3]
MCB 103
[4]
MCO 305 encoder 1
[5]
MCO 305 encoder 2
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-03 Koppelkarakteristiek
Option:
[0] *
Constant koppel
[1]
Variabel koppel
[2]
Auto Energie Optim.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-04 Overspanningsmodus
Option:
[0] *
Hoge overbelastingsmodus
[1]
Normale overbelastingsmodus
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-05 Configuratie lokale modus
Option:
[0]
Snelheid open lus
[1]
Snelheid gesl. lus
Speciale motormodus voor parallel aangesloten motoren in speciale motortoepassingen. Wanneer
U/f is geselecteerd, kunnen de kenmerken van het besturingsprincipe worden gewijzigd in par. 1-55
en 1-56.
Voltage Vector Control-principe dat geschikt is voor de meeste toepassingen. Het belangrijkste
voordeel van VVC
plus
-besturing is dat het gebruikmaakt van een robuust motormodel.
Flux-vectorbesturing zonder encoderterugkoppeling; dit zorgt voor een eenvoudige installatie en is
bestand tegen plotselinge wijzigingen in de belasting.
veeleisende toepassingen.
Functie:
Selecteer de interface voor het ontvangen van een terugkoppeling van de motor.
A- en B-kanaalencoder die alleen kan worden aangesloten op de digitale ingangsklemmen 32/33.
De klemmen 32/33 moeten worden ingesteld op
Encodermoduleoptie die kan worden geconfigureerd in parametergroep 17-1*.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
Optionele resolverinterfacemodule die kan worden geconfigureerd in parametergroep 17-5*.
Encoderinterface 1 van de optionele, programmeerbare motion controller MCO 305.
Encoderinterface 2 van de optionele, programmeerbare motion controller MCO 305.
Functie:
Selecteer de vereiste koppelkarakteristiek.
VT en AEO zijn beide energiebesparingsopties.
Het afgegeven motorasvermogen produceert een constant koppel bij een variabele snelheidsrege-
ling.
Het motorasvermogen produceert een variabel koppel bij een variabele snelheidsregeling. Stel het
variabele koppelniveau in par. 14-40
Zorgt voor een automatische optimalisatie van het energieverbruik door de magnetisering en de
frequentie te minimaliseren via par. 14-41 Min. magnetisering AEO en par. 14-42 Min. AEO-fre-
quentie.
Functie:
Staat een overkoppel tot 160% toe.
Voor overmaatse motoren – staat een overkoppel tot 110% toe.
Functie:
Stel in welke toepassingsconfiguratiemodus (par. 1-00), d.w.z. welk toepassingsbesturingsprincipe,
moet worden gebruikt wanneer een lokale (LCP) referentie actief is. Een lokale referentie kan alleen
Referentieplaats
actief zijn als par. 3-13
alleen actief in de handmodus.
®
MG.33.M4.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3 Parameterbeschrijving
Flux sensorvrij
[2] en
Flux met enc.terugk.
Geen functie
.
VT-niveau
in.
is ingesteld op [0] of [2]. Standaard is de lokale referentie
3
[3].
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave