Onderhoud van maaidek
De voorste maai-eenheid
rechtop draaien (kantelen)
Opmerking:
Hoewel dit niet is vereist voor normale
onderhoudswerkzaamheden, kunt u het voorste
maaidek rechtop draaien (kantelen).
1.
Breng de voorste maai-eenheid een beetje van
de grond, stel de parkeerrem in werking, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de
maaidek-transport vergrendeling is verbonden
met de vergrendelingsplaat en draai de
vergrendeling naar de achterkant van het
maaidek.
3.
Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee
de maaihoogtekettingen zijn bevestigd aan de
achterkant van de maai-eenheid.
4.
Start de motor, laat de voorste maai-eenheid
langzaam opkomen, zet de motor af en verwijder
het sleuteltje.
5.
Pak de voorkant van de maai-eenheid vast en
zet deze in een verticale stand.
6.
Houd de maai-eenheid verticaal, plaats het
kabeleind op de pen op de hefarm van de
maai-eenheid en zet dit goed vast met de R-pen
(Figuur
119).
Figuur 119
1. Kabel
Frontmaaidek omlaag
draaien (kantelen)
1.
Houd de maai-eenheid verticaal met hulp
van een andere persoon, verwijder de R-pen
g020681
2. Pen
waarmee het kabeleind vastzit en verwijder dit
van de pen.
2.
Draai (kantel) de maai-eenheid omlaag.
3.
Berg de kabel op onder het bestuurdersplatform.
4.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, start de
motor en laat de maai-eenheid zover neer dat
dit de grond net niet raakt.
5.
Zet de motor af, wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het
contactsleuteltje.
6.
Zet de maaihoogtekettingen vast aan de
achterkant van de maai-eenheid.
7.
Draai de transportgrendel omhoog in positie en
zet deze vast met de gaffelpen en de borgpen.
Schuinstand van de
maai-eenheid afstellen
Schuinstand van de maai-eenheid
meten
De schuinstand van het maaidek is het verschil in
de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot
de achterkant van het mesvlak. Toro beveelt een
messchuinstand van 8 tot 11 mm aan. Dit wil zeggen
dat de achterkant van het mesvlak 8 tot 11 mm hoger
is dan de voorkant.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Stel de maai-eenheid in op de gewenste
maaihoogte.
3.
Draai een mes zodat het recht naar voren wijst.
4.
Meet met een korte liniaal de afstand van de
grond tot de voorste rand van het mes.
5.
Draai de rand van het mes achterwaarts en
meet de afstand van de grond tot de rand van
het mes.
6.
Trek de afstand aan de voorkant van de afstand
aan de achterkant om de schuinstand te
berekenen.
De schuinstand van de voorste
maai-eenheid afstellen
1.
Draai de contramoeren op de bovenkant
of de onderkant van de U-bout van de
maaihoogteketting los
2.
Stel de andere moeren af om de achterkant van
de maai-eenheid hoger of lager te zetten en een
correcte schuinstand te verkrijgen.
84
(Figuur
120).