Opmerking:
Verhoog of verminder de
spanning van de compressorriem en draai de
bout vast. Controleer nogmaals de speling van
de riem om zeker van te zijn dat de spanning
correct is.
Drijfriemen van
maaimessen aanspannen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Als de juiste spanning verkregen is, moet de
binnenmeting van de trekveer (haak tot haak)
ongeveer 8,3 cm tot 9,5 cm bedragen. Als de veer
de juiste spanning heeft, moet u de aanslagbout
(slotbout) afstellen totdat de afstand tussen de kop
van de bout en de arm van de spanpoelie ongeveer 2
tot 5 mm is
(Figuur
113).
Opmerking:
Plaats de riem aan de kant van de
riemgeleider die naar de veer is gekeerd
Figuur 113
1. Trekveer
2. Aanslagbout
3. Flensmoer
4. Riemgeleider
De riem van de
mesaandrijving vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
De drijfriem van het maaimes, die wordt gespannen
door de veerbelaste spanpoelie, is vervaardigd van
zeer duurzaam materiaal. De riem zal echter na
vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen.
Mogelijke tekenen die u vertellen dat een riem aan
het slijten is: gieren tijdens het draaien van de riem,
(Figuur
113).
g037383
5. Afstand (van haak tot
haak) – ongeveer 8,3 tot
9,5 cm
6. Oogbout
7. Riem
slippende messen tijdens het maaien, gerafelde
randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de
riem als u deze zaken constateert.
1.
Laat de maai-eenheid op de vloer van de
werkplaats zakken, verwijder de drijfriemkappen
die boven op de maai-eenheid zitten en zet de
drijfriemkappen weg.
2.
Draai de oogbout los om de trekveer te kunnen
verwijderen
(Figuur
3.
Maak de flensmoer los waarmee de aanslagbout
aan het lipje is bevestigd en trek de spanpoelie
weg van de riem om de riem te ontspannen
(Figuur
113).
Opmerking:
arm van de spanpoelie langs de aanslagbout
kan.
Opmerking:
bevestigingslipje moet worden verwijderd, dient
deze weer te worden gemonteerd in de opening
die de kop van de aanslagbout op een lijn met
de arm van spanpoelie houdt.
4.
Verwijder de bouten waarmee de hydraulische
motor is bevestigd aan de maai-eenheid
114).
1. Hydraulische motor
5.
Haal de motor uit de maai-eenheid en leg deze
boven op de maai-eenheid.
6.
Verwijder de oude riem van de aspoelies en de
spanpoelie.
7.
Leg de nieuwe riem rond de aspoelies en de
spanpoelie.
8.
Plaats de hydraulische motor op het maaidek
nadat u de riem om de poelies hebt gelegd.
Bevestig de motor aan het maaidek met de
bouten die u eerder hebt verwijderd.
Opmerking:
de riemgeleider die naar de veer is gekeerd
(Figuur
113).
79
113).
Draai de moer zo ver los dat de
Als de aanslagbout ooit van het
Figuur 114
2. Montagebouten
Plaats de riem aan de kant van
(Figuur
g011511