WAARSCHUWING
Er is geen omkantelbeveiliging als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
• Gebruik de machine niet op oneffen terrein
of op een heuvel met een omlaag geklapte
rolbeugel.
• Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als
dit absoluut noodzakelijk is.
• Doe de veiligheidsgordel niet om als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
• Rij langzaam en voorzichtig.
• Klap de rolbeugel omhoog zodra de ruimte
dit toelaat.
• Let goed op dat er voldoende ruimte
boven de machine is (denk aan takken,
deuropeningen, elektrische kabels)
voordat u onder een object rijdt en zorg
ervoor dat u dit niet raakt.
Belangrijk:
Doe altijd de veiligheidsgordel om als
de rolbeugel omhoog is geklapt en is vergrendeld.
Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel
omlaag is geklapt.
De rolbeugel omlaag klappen
Belangrijk:
Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag
als dit noodzakelijk is.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de stoel bevestigd is
met de stoelvergrendeling.
Figuur 15
De rolbeugel omhoog klappen
De maaihoogte instellen
Voorste maai-eenheid
U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 127 mm,
in stappen van 13 mm. Om de maaihoogte van
de voorste maai-eenheid in te stellen, moet u
de assen van de zwenkwielen in de bovenste of
onderste openingen in de zwenkwielvorken plaatsen
en vervolgens een gelijk aantal afstandsstukken
toevoegen aan de zwenkwielvorken of verwijderen.
Daarna bevestigt u de achterste ketting aan de
gewenste opening.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Start de motor en breng de maai-eenheden
omhoog om de maaihoogte te wijzigen.
3.
Zet de motor af, schakel de parkeerrem in en
verwijder het sleuteltje uit het contact nadat de
maai-eenheid is opgeheven.
4.
Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in alle zwenkwielvorken.
g221650
28
Figuur 16
g221651