om de maaidekmessen te activeren. Druk de knop in
om de maaidekmessen uit te schakelen
Toerentalregelaar laag/hoog
Met deze schakelaar
toerentalbereik vergroten voor het transport van
de machine. Om tussen het hoge en het lage
bereik te schakelen, moeten de maai-eenheden
omhooggebracht zijn, de aftakas en de cruisecontrol
uitgeschakeld zijn en het tractiepedaal in N
staan. De machine moet met lage snelheid rijden.
Opmerking:
De maai-eenheden werken niet en/of
kunnen niet omlaag worden gebracht vanuit de
transportstand als de schakelaar is ingesteld op het
hoge toerentalbereik.
Hefschakelaars
Met de hefschakelaars kunt u de maai-eenheden
omhoog en omlaag brengen
schakelaars naar voren om de maai-eenheden omlaag
te brengen en naar achteren om de maai-eenheden
omhoog te brengen. Druk bij het starten van de
machine en terwijl de maai-eenheden zich in de
stand omlaag bevinden op de hefschakelaar om de
maai-eenheden te laten zweven en te maaien.
Opmerking:
De maai-eenheden kunnen niet
omlaag worden gebracht in het hoge toerentalbereik
en kunnen ook niet omhoog of omlaag worden
gebracht als u niet in de stoel zit terwijl de motor
loopt. Bovendien kunnen de maai-eenheden omlaag
worden gebracht met het contactsleuteltje in de stand
A
en u op de stoel.
AN
Schakelaar van de cruisecontrol
Met de schakelaar van de cruisecontrol vergrendelt
u het pedaal zodat de gewenste grondsnelheid
behouden wordt
(Figuur
de schakelaar om de cruisecontrol uit te schakelen.
Met de middelste stand van de schakelaar wordt de
cruisecontrol ingeschakeld en met de voorzijde van
de schakelaar kan de gewenste rijsnelheid worden
ingesteld.
Opmerking:
Ook door een rempedaal in te drukken
of het tractiepedaal in achteruit te zetten gedurende
1 seconde kunt u de pedaalstand vrijstellen.
(Figuur
(Figuur
5) kunt u het
EUTRAAL
(Figuur
5). Druk de
6). Druk op de achterzijde van
5).
1. Schakelaar van het
stopcontact
Aansluitpunt
Gebruik het aansluitpunt om optionele elektrische
accessoires van stroom te voorzien
Stoelinstellingen
Instelhendel bestuurdersstoel
Beweeg de instelhendel aan de zijkant van de
bestuurdersstoel naar buiten, beweeg de stoel naar
de gewenste stand en laat de hendel los om de stoel
in deze stand te vergrendelen
1. Gewichtmeter
2. Gewichtsinstellingshendel
3. Instelhendel
bestuurdersstoel
20
Figuur 6
2. Schakelaar van de
cruisecontrol
(Figuur
6).
(Figuur
7).
Figuur 7
4. Instelhendel rugleuning
5. Afstelknop voor armsteun
(niet afgebeeld – bevindt
zich onder armsteun)
g028454
g008837