Instrumentenpanelen
44
Displaymodule
STOP
V 108705 5
V 108705 4
V1085793
Tank altijd tijdig bij om op die manier te
voorkomen dat er lucht in het brandstofsysteem
dringt.
3. Centraal waarschuwingslampje (rood)
Het lampje gaat branden, wanneer de
controlelampjes 5, 7, 8 of 10 oplichten. De zoemer
klinkt, wanneer de controlelampjes 5 en 8 branden.
Zet als een van de rode controlelampjes gaat
branden onmiddellijk de motor af, spoor de oorzaak
op en laat de storing zo snel mogelijk verhelpen of
neem contact op met onze service-afdeling.
4. Controlelampje giekzwenkfunctie (groen)
Het controlelampje voor de zwenkfunctie van de
giek brandt groen, wanneer u de schakelaar voor
de giekzwenkfunctie op de linker
bedieningshendel in de stand voor de
giekzwenkfunctie hebt gezet.
Als het menu voor de flowinstellingen van extra
functies geopend is, knippert het symbool om aan
te geven dat u zich in het instellingenmenu
bevindt.
OPMERKING!
Bij het inschakelen (ON) van het contact of
neerlaten van de armleuning wordt gecontroleerd
of de rolschakelaar op de rechter bedieningshendel
in de neutrale stand staat. Het controlelampje voor
de giekzwenkfunctie knippert, wanneer de
rolschakelaar niet in de neutrale stand staat en de
proportionele functie (X1 of giekzwenkfunctie)
uitgeschakeld is.
De functie is weer actief (ingeschakeld), wanneer
de rolschakelaar weer in de neutrale stand staat.
5. Controlelampje motortemperatuur (rood)
Bij ontoelaatbaar hoge motortemperaturen gaat
het controlelampje voor de motortemperatuur
gaat branden en klinkt de zoemer.
Zet de motor af en ga storing zoeken. Neem zo
nodig contact op met een erkende monteur.
6. Controlelampje voorverwarming (geel)
Wanneer de contactsleutel in de voorgloeistand
staat, gaat dit controlelampje branden. Het dooft
zodra de gespecificeerde bedrijfstemperatuur
bereikt is.