Bedieningsinstructies
94
Starten van de motor
V1177011
Hoofdstroomschakelaar onder het
achterluik
A
B
4
1
0
2
P
STOP
3
V1087043
P: Radio en binnenverlichting cabine
0: Motor uit
1: Rijstand / Contact
2: Voorgloeien
3: Start de motor
Starten van de motor
1 Zet de elektrische voeding aan met de
hoofdstroomschakelaar (zie de positie onder het
achterluik op pagina
2 Zet de veiligheidsblokkeringshendel (4) in stand
(A). U kunt vervolgens de motor starten, maar de
bedieningshendels/-joysticks voor de werk- en
rijhydrauliek zijn vergrendeld (geen beweging
mogelijk).
OPMERKING!
Zorg dat de veiligheidsblokkeringshendel helemaal
omhoogstaat om te zorgen dat de hydrauliek
vergrendeld is.
3 Steek de contactsleutel in het contactslot en
draai deze naar de rijstand (stand 1). Alle
controle- en functielampjes (behalve dat voor de
voorgloeifunctie) lichten ca. 3 seconden lang op.
4 De controlelampjes voor de motoroliedruk en de
laadstroom moeten gaan branden.
5 Zet de gashendel in de stand voor het minimale
motortoerental.
6 Draai de sleutel naar de voorgloeistand (stand
2).
V1128055
7 Gloei een bepaalde tijd voor afhankelijk van de
motortemperatuur. Bij lagere temperaturen is
langer voorgloeien vereist. Het lampje voor de
voorgloeifunctie dooft na 5 seconden. Als de
contactsleutel echter in de voorgloeistand blijft
staan, blijft de voorgloeifunctie actief ook al is het
bijbehorende controlelampje gedoofd.
8 Draai, wanneer het controlelampje voor de
voorgloeifunctie is gedoofd, de contactsleutel
naar de startstand (stand 3) en start de motor.
Laat, zodra de motor aanslaat, de contactsleutel
los. Houd de contactsleutel nooit meer dan 25
seconden achtereen in de startstand vast.
9 Draai, als de motor niet aanslaat, de
contactsleutel naar de blokkeerstand terug en
herhaal de startprocedure.
OPMERKING!
Draai alvorens de motor te herstarten eerst de
contactsleutel naar de blokkeerstand om schade
aan de startmotor tegen te gaan.
181 ).