Werken in gevaarlijke omgevingen
LET OP
Gevaar voor schade aan de machine.
Wanneer u de machine in water bedient, kan het
water de machineonderdelen beschadigen.
Overschrijd de maximaal toelaatbare waaddiepte
niet bij bediening in water.
OPMERKING!
Het water mag niet hoger staan dan halverwege de
wielen.
Bij werkzaamheden in drassig gebied kunt u stevige
houten rijplaten gebruiken om de machine te
ondersteunen. Zorg dat deze rijplaten zo vlak en
schoon mogelijk blijven.
Werken in gebieden met gevaar voor
verschuivingen
Controleer altijd de bodemgesteldheid voordat u
met de werkzaamheden begint. Wanneer de
ondergrond zacht is, moet u de machine extra
zorgvuldig plaatsen. Bij het ontdooien van grond,
regenval, verkeer, heiwerkzaamheden en gebruik
van explosieven kunnen er verschuivingen
optreden. Het risico is bovendien groter op hellend
terrein. Als graafwerkzaamheden niet mogelijk zijn
onder veilig talud moet u de wanden onderstutten.
Leg het verwijderde materiaal niet te dicht bij de
rand, omdat het gewicht ervan een verschuiving
kan veroorzaken. Losse klei dient op ten minste
5 m (16 ft) van de rand te worden gelegd.
Graaf niet onder de machine.
Rijd niet te dicht langs de rand van een afgrond
of een helling naast de weg. Wees voorzichtig bij
werkzaamheden op plaatsen waar de machine
kan kantelen.
Wees voorzichtig bij werkzaamheden op
rivierbanken of andere plekken met losse grond.
Door het gewicht en de trillingen van de machine
zelf bestaat het gevaar dat de machine in de
bodem zakt en zo ongelukken veroorzaakt.
Houd er rekening mee dat de bodemgesteldheid
kan zijn gewijzigd na zware regenval. Wees
daarom voorzichtig wanneer u het werk hervat.
Extra voorzichtigheid is geboden bij
werkzaamheden in de buurt van slootkanten,
Bedieningstechnieken
125