Omstandighed
en
Alvorens te gaan werken controleren alle pluggen,
afvoerslangen en kranen goed dichtstaan.
Na afloop van de werkzaamheden de laag vet herstellen op
de pennen van het aanbouwdeel of de gebieden die in
contact zijn gekomen met water.
Controleer tijdens het bedienen van de machine regelmatig
Water of in de
of de aanbouwdelen die in aanraking komen met water nog
buurt van de
steeds goed gesmeerd zijn en smeer zo nodig.
zee
Spuit de machine na werkzaamheden in de buurt van de
zee grondig af met zoet water en reinig de elektrische
onderdelen om corrosie tegen te gaan. Het wordt
geadviseerd isolerend vet op alle aansluitpunten van de
kabelboom aan te brengen om de afdichting te verbeteren
en corrosie tegen te gaan.
Giet de brandstoftank na afloop van de werkzaamheden
helemaal vol om condens in de tank te voorkomen.
Gebruik de aanbevolen smeermiddelen.
De accu's bijladen om de ladingstoestand maximaal te
houden, aangezien elektrolyt kan bevriezen. Voor een
Vriesweer
goede ventilatie zorgen, in het bijzonder wanneer de accu's
in een besloten ruimte worden opgeladen.
Bij stalling van machines bij extreme koude de accu's
verwijderen en deze bij kamertemperatuur opslaan.
Alvorens de machine te parkeren de rupskettingen ontdoen
van modder en ander vuil.
Sloopwerkzaa
De cabine voorzien van een bescherming tegen vallende
mheden
voorwerpen (FOG).
Laat met kortere intervallen eventueel bezinksel uit de
Lage
brandstoftank aflopen.
brandstofkwali
Houd kortere intervallen aan voor het verversen van de
teit
motorolie en het vervangen van het motoroliefilter.
1. Contact opnemen met een erkende monteur.
Onderhoudsbeurt, wanneer nodig
Onderhoud in bijzondere
omstandigheden
Onderhoud
Onderhoud
211
Bijbehoren
de
bladzijde
-
124
-
-
-
213
202
100
-
128
Werkplaat
(1)
sklus
Werkplaat
(1)
sklus