4.2
Aansluiting met cascaden-cascade
Deze aansluiting dient uitgevoerd te worden wanneer het totale aantal units waarmee u een cascade wil vormen groter is dan 8 (9 of 10).
Met deze aansluiting worden twee cascaden verbonden die als "directe cascade" verbonden zijn (zie de paragraaf "Aansluiting met directe cascade")
zodat de "managing" van een van de twee directe cascaden de "managing" van de tweede directe cascade bestuurt.
De algemene werking van de cascaden-cascade is identiek aan die van de directe cascade, met het verschil dat elk van de twee "managings" in staat
is om de units te besturen die er in directe cascade op aangesloten zijn.
Als de aansluitingen van de twee directe cascaden verricht zijn (zie de paragraaf "Aansluiting met directe cascade"), beslis welke van de twee "mana-
gings" de "managing van de cascaden-cascade" wordt. In het onderstaande voorbeeld is een directe cascade van zes units en een directe cascade van
vier units uitgevoerd (in dit geval bestaat de directe cascade van vier units uit een thermische module van vier units, maar het zou ook om de verbin-
ding van twee thermische modules van twee units kunnen gaan). In dit geval werd besloten dat de managing van de directe cascade van zes units de
"managing van de cascaden-cascade" wordt.
De configuratie van de adressen is als volgt:
9
LET OP de switch S1 moet ingesteld zijn op off (fabriekspositie) op alle kaarten, behalve op Mm (managing van de cascaden-cascade), waarop deze
ingesteld moet zijn op "ON".
Thermische module 1
M
D
m
1
S1=ON
S1=OFF
Thermische module 2
D
D
D
D
2
3
4
S1=OFF
S1=OFF
S1=OFF
S1=OFF
85
Thermische module 3
M
D
5
d
1
S1=OFF
S1=OFF
VERBINDING IN CASCADE
D
D
2
3
S1=OFF
S1=OFF