Reiniging en stalling
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking
en draai het contactsleuteltje op Uit. Contactsleuteltje
verwijderen.
2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele
machine verwijderen, met name van de motor. Vuil en
kaf van buitenkant van de cilinder, cilinderkopribben
en ventilatorhuis verwijderen.
Belangrijk
U kunt de machine met een mild
reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit
met een hogedruk-reiniger. Gebruik niet te veel water,
zeker niet in de buurt van het bedieningspaneel en de
motor.
3. Rem controleren; zie Onderhoud van de rem, blz. 26.
4. Luchtfilter onderhoudsbeurt geven; zie Onderhoud van
het luchtfilter, blz. 21.
5. Machine smeren; zie Smeren, blz. 25.
6. Olie en filter van het carter vervangen; zie Motorolie
controleren, blz. 22.
7. Hydraulische olie verversen en filter vervangen; zie
Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen,
blz. 32.
8. Accu uit het chassis verwijderen, zuurpeil controleren,
en accu volledig opladen; zie Onderhoud van de accu,
blz. 35. De accukabels niet op de accupolen aansluiten
tijdens stalling.
Belangrijk
De accu moet volledig opgeladen zijn om
te voorkomen dat deze bevriest en beschadigd wordt bij
temperaturen beneden 0 C. Een volledig opgeladen accu
kan ongeveer 50 dagen worden opgeslagen bij
temperaturen onder 4 C zonder tussentijds te hoeven
worden opgeladen. Bij temperaturen boven 4 C om de
30 dagen het zuurpeil van de accu controleren en de accu
opladen.
9. Bandenspanning controleren; zie Bandenspanning
controleren, blz. 27.
10. Als de machine lange tijd wordt gestald, moet u ofwel
de benzine aftappen uit de brandstoftank (stap 11) of
een stabilizer/conditioner toevoegen aan de brandstof
in een volle tank (stap A).
11. Tap de benzine uit de brandstoftank af. Nadat de
benzine is afgetapt, start u de motor en laat u deze
stationair lopen totdat alle benzine is verbruikt en de
motor afslaat. Dit voorkomt harsachtige afzettingen in
het brandstofsysteem, die tot startproblemen kunnen
leiden. Probeer de motor nog twee keer te starten om
er zeker van te zijn dat er geen benzine meer in het
brandstofsysteem is.
A. Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner
toe aan een volle brandstoftank.
Opmerking: Als een stabilizer/conditioner is toegevoegd,
blijft benzine normaal gesproken zes tot acht maanden
goed.
12. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
ervan; zie Onderhoud van de bougie, blz. 24. Nadat de
bougie(s) uit de motor zijn verwijderd, giet u twee
eetlepels motorolie in het gat van de bougie. Gebruik
de startmotor om de motor te laten draaien en zo de
olie over de cilinderwand te verspreiden. Monteer de
bougie(s). De bougiekabel niet op de bougie(s)
drukken.
13. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en
indien nodig aandraaien. Beschadigde delen repareren
of vervangen.
14. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service
Dealer.
15. Machine in een schone, droge garage of opslagruimte
stallen. Sleuteltje uit contactschakelaar verwijderen en
onthouden waar u deze bewaart. Machine afdekken om
hem te beschermen en schoon te houden.
38