Bougie(s) monteren
1. Monteer de bougies en de metalen afdichtring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie(s) vast met een torsie van 17 Nm.
3. Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Fig. 20).
4. Druk het kunststof deksel in de toegangsopening in de
plaat tussen de motor en de benzinetank.
5. Til de brandstoftank op en bevestig de brandstof-
leiding. Zet deze vast met een slangklem.
6. Draai de brandstoftank in positie, haak de banden vast
in de onderste beugel en zet deze vast met tapbouten
en borgmoeren.
7. Plaats de riemkap weer terug. Zie Riemkap monteren,
blz. 21.
Smeren
Onderhoudsinterval/Specificatie
Smeer alle lagers en lagerbussen om de 25 bedrijfsuren.
Het smeren moet vaker plaatsvinden (dagelijks) als de
machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
Type vet: Smeervet voor algemene doeleinden op
lithiumbasis.
Methode van smeren
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking
en draai het contactsleuteltje op Uit. Contactsleuteltje
verwijderen.
2. Smeernippels reinigen met een doek. Indien nodig verf
van de voorkant van de nippels afkrabben.
3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de
nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten
komt.
4. Overtollig vet opnemen.
Smeerpunten
1. Smeer de wiellagers (Fig. 22).
Figuur 22
2. Smeer assen, stuuras en draaipunt (Fig. 23).
M–4281
Figuur 23
3. Smeer de aslagers (Fig. 24).
Een keer per jaar moet u de voorste wielnaaf smeren om
roestvorming te voorkomen en demontage van het wiel in
de toekomst te vergemakkelijken.
Figuur 24
25
M–4287
M–4371