Hydraulisch filter vervangen
Het hydraulische filter houdt het hydraulische systeem
betrekkelijk goed vrij van verontreinigende stoffen. Het
hydraulische filter moet regelmatig een onderhoudsbeurt
krijgen. De intervallen zijn: Na de eerste 5 bedrijfsuren en
vervolgens om de 250 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden. Als u het filter
vervangt, moet u een origineel Toro-oliefilter monteren.
1. Verwijder het hydraulische filter van de bevestigings-
kop. Gebruik een sleutel die geschikt is voor de
onderkant van het type filter (Fig. 36). U moet het
filter op de juiste wijze afvoeren.
2. Smeer een laagje olie op de pakking. Draai het filter
met de hand vast totdat de pakking contact maakt met
de bevestigingskop. Draai het filter vervolgens nog een
extra 3/4 slag.
3. Start de motor en controleer op olielekkages. Laat de
motor ongeveer 2 minuten lopen, zodat er geen lucht
meer in het systeem aanwezig is. Zet daarna de motor
af.
4. Controleer het oliepeil in het reservoir; zie
Hydraulische vloeistof controleren, blz. 31.
De stuurinrichting afstellen
1. Meet de afstand van het toespoor (ter hoogte van de
assen) aan de voorkant en de achterkant van de wielen.
De afstand aan de voorkant moet 6 mm kleiner zijn
dan de afstand aan de achterkant.
2. Om de afstand in te stellen, moet u de contramoeren
losmaken en de trekstang ronddraaien (Fig. 37).
3. Draai het stuurwiel helemaal naar links om een
volledige bocht naar links te kunnen maken (Fig. 37).
4. Controleer de afstand tussen het linkerwiel en de
trekstang. De afstand moet in deze positie 25 mm
6 mm zijn.
5. Om de afstand in te stellen, moet u de contramoeren
losmaken en de stuurstang ronddraaien (Fig. 37).
6. Draai de trekstang rond om de voorkant van het wiel
naar binnen of naar buiten te bewegen.
7. Draai de contramoeren vast als de afstelling correct is.
1
M–4281
Figuur 37
1. Trekstang
33
2
1
2. Stuurstang