Neutraalstand van transmissie
afstellen
De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is
ingetrapt. Als de machine kruipt, is afstelling vereist.
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaieenheid neer en zet de motor af. Schakel de
aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Bestuurdersstoel optillen en riemkap verwijderen. Zie
Riemkap verwijderen, blz. 21.
3. Krik de voorkant van de machine omhoog totdat de
wielen vrij komen van de grond. Zorg ervoor dat de
machine steunt op de rustpunten van de krik om te
voorkomen dat de machine per ongeluk valt.
Gevaar
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt,
kan dit ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op een kriksteun.
Gebruik nooit een hydraulische krik.
4. Draai de borgmoer op de afstelnok los (Fig. 33).
5. Start de motor en draai de afstelnok in een van beide
richtingen totdat de wielen ophouden met draaien
(Fig. 33).
Waarschuwing
Laat de motor lopen zodat u de neutraalstand van
de transmissie kunt afstellen. Contact met
bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende
onderdelen, de geluiddemper en andere hete
oppervlakken.
1
2
Figuur 33
1. Afstelnok
6. Zet de motor af en draai de borgmoer vast om de
afstelling te borgen (Fig. 33).
7. Start de motor en controleer de afstelling. Opnieuw
afstellen indien dit nodig is.
8. Zet de motor af. Haal de kriksteunen weg en laat de
machine neer op de grond. Maak een proefrit met de
machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt.
9. Plaats de riemkap weer terug. Zie Riemkap monteren,
blz. 21.
Elektrische koppeling afstellen
De koppeling is afgesteld zodat er goed geschakeld en
geremd kan worden.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking
en draai het contactsleuteltje op Uit. Contactsleuteltje
verwijderen.
2. Om de koppeling af te stellen, moet u de borgmoeren
op de flensbouten vaster of losser draaien (Fig. 34).
3. U kunt de afstelling controleren met behulp van een
voelermaat, die u door de gleuven naast de bouten
steekt.
30
m–5179
2. Borgmoer