Motorolie verversen en filter
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren—Ververs
de motorolie verversen en vervang het
filter.
Om de 150 bedrijfsuren
1. Verwijder de aftapplug
een opvangbak lopen.
1. Olieaftapplug
2. Als de olie is weggelopen, plaatst u de aftapplug terug.
3. Verwijder het oliefilter
1. Oliefilter
4. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van
het nieuwe filter.
5. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
(Figuur
54) en laat de olie in
Figuur 54
(Figuur
55).
Figuur 55
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens 1/2 slag.
Belangrijk: Draai het filter niet te vast.
6. Het carter met olie vullen, zie
controleren (bladz.
De gashendel afstellen
1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3 mm
van de voorkant van de sleuf in de bedieningsarm zit.
2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze
zit naast de hefboom van de injectiepomp
1. Draaipunt van gaskabel
2. Hefboom van injectiepomp 4. Klem van gaskabel
3. Houd de hefboom van de injectiepomp tegen de
regelschroef voor het hoog stationair toerental
56).
4. Trek de gaskabel strak en maak de klem van de gaskabel
vast.
Opmerking: Als de klem is vastgezet, moet
het draaipunt van de kabel onbelemmerd kunnen
ronddraaien op de hefboom van de injectiepomp.
5. Als de gashendel tijdens het gebruik niet in de
juiste stand blijft, moet u de borgmoer waarmee de
frictieregelaar op de gashendel is vastgezet, verder
aandraaien.
43
Het motoroliepeil
26).
(Figuur
Figuur 56
3. Regelschroef voor het
hoog stationair toerental
56).
(Figuur