Tractiepedaal
Het tractiepedaal
(Figuur
achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de bovenkant van
het pedaal intrappen en om achteruit te rijden de onderkant
van het pedaal. De rijsnelheid hangt af van hoever het pedaal
wordt ingetrapt. Voor de maximale onbelaste rijsnelheid trapt
u het pedaal volledig in terwijl de gashendel op S
Om de machine te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen
en weer terugkeren in de middelste stand.
Figuur 21
1. Tractiepedaal
2. Hendel voor
maaien/transport
3. Maaisnelheidsbegrenzer
en afstandsstukken
Hendel voor maaien/transport
Gebruik de hendel voor maaien/transport
machine in de M
- of T
AAI
Duw de hendel naar voren om de M
en naar achteren om de T
Opmerking: De maaidekken kunnen niet worden
neergelaten als de maai-/hefhendel in de
staat.
Maaitoerentalbegrenzer
Als de maaitoerentalbegrenzer
omhoog/voorwaarts is geklapt, kunt u het maaitoerental
regelen en de maaidekken inschakelen. Met elk afstandsstuk
kunt u de maaisnelheid met ongeveer 0,8 km/u wijzigen. Hoe
meer afstandsstukken u bovenop de bout plaatst, des te trager
zal de machine gaan. Zet de maaisnelheidsbegrenzer achteruit
om met de maximale transportsnelheid te rijden.
Rempedaal
Trap het rempedaal in
(Figuur
21) regelt de beweging vooruit en
NEL
4. Rempedaal
5. Parkeerrem
6. Pedaal voor
stuurverstelling
(Figuur
21) om de
te schakelen.
RANSPORTMODUS
te selecteren,
AAIMODUS
te selecteren.
RANSPORTMODUS
TRANSPORTSTAND
(Figuur
21)
21) om de machine te stoppen.
Parkeerrem
Om de parkeerrem
het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken
om dit vast te zetten. Om de parkeerrem uit te schakelen,
trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de
parkeerrem wordt ingetrokken.
staat.
Pedaal voor stuurverstelling
Om het stuur in uw richting te kantelen, moet u het pedaal
(Figuur
21) intrappen, de stuurkolom naar u toe trekken in
een positie die voor u het meest comfortabel is, en uw voet
van het pedaal halen.
Gashendel
Zet de gashendel naar voren
motortoerental te verhogen en naar achteren om het toerental
te verlagen.
1. Maai-/hefhendel
2. Contactschakelaar
3. InfoCenter
Contactschakelaar
De contactschakelaar
/
AAN
VOORVERWARMEN
Maai-/hefhendel
Met deze hendel
en omlaag brengen en de messen starten en tot stilstand
brengen als de maaidekken in de
kunt de maaidekken niet neerlaten als de maai-/hefhendel in
de
TRANSPORTSTAND
Schakelaar van koplampen
Zet de schakelaar omlaag om de koplampen te ontsteken
(Figuur
22).
19
(Figuur
21) in werking te stellen, moet u
(Figuur
22) om het
Figuur 22
4. Activerings-
/blokkeringsschakelaar
5. Gashendel
6. Schakelaar van
koplampen
(Figuur
22) heeft 3 standen:
en
.
START
(Figuur
22) kunt u de maaidekken omhoog
MAAISTAND
staat.
,
UIT
zijn gezet. U