Belangrijk:
Duw/trek de machine niet meer
dan 30,5 meter of sneller dan 0,6 km per
uur omdat dit schade aan het hydraulische
systeem kan veroorzaken.
Figuur 128
7.
Zet de handgreep naar beneden om de
parkeerrem uit te schakelen voordat u de
machine duwt of sleept.
Belangrijk:
U moet de handgreep naar
beneden zetten om de parkeerrem uit te
schakelen voordat u de machine verplaatst.
Weer inschakelen van de
hydraulische pomp
Belangrijk:
U moet het omloopventiel sluiten
om met de machine te rijden. Probeer het
tractiesysteem niet in werking te stellen als het
omloopventiel is geopend.
1.
Identificeer de schroef van het omloopventiel,
tussen de motor en de hydraulische pomp.
Opmerking:
De plaats van de kap van de
schroef van het omloopventiel is aangegeven
in
Figuur
129.
1. Omloopklep
2.
Draai het omloopventiel 1-1/2 slag naar rechts
(met de klok mee) met de 15 mm dop en ratel.
Opmerking:
g342220
vast aan.
3.
Monteer de kap van de schroef van het
omloopventiel op de hydraulische pomp met
een 15 mm dop.
4.
Monteer de opbergbak op de beugel met de 2
flenskopbouten.
De machine verplaatsen
als de beluchtingskop is
neergelaten
Als de motor tijdens gebruik stopt en de
beluchtingskop en tanden in de grond zitten en u de
motor niet kunt starten, kies dan voor
de beluchtingskop met de startmotor (bladz. 60)
Verwijder de tandhouders uit de armen (bladz.
Heffen van de beluchtingskop met
de startmotor
1.
Zet het contactsleuteltje naar de stand L
2.
In het InfoCenter gaat u naar het H
(Figuur
130).
60
Figuur 129
Draai het omloopventiel niet te
Heffen van
OOFDMENU
g342393
of
61).
.
OPEN