9.13 Thermische desinfectie
De volledige warmwaterinstallatie met inbegrip van de aftappunten dienen regelmatig thermisch gedesinfecteerd te
worden. (Zie lokale en/of nationale richtlijnen.)
Bij sommige verwarmingsregelaars kan de thermische desinfectie op een vast tijdstop geprogrammeerd
worden. Zie hiervoor de handleiding van de regelaar.
Waarschuwing: verbrandingsgevaar!
Voer een thermische desinfectie alleen buiten de normale gebruikstijden uit.
Na de thermische desinfectie koelt de boiler slechts langzaam af. De uitlooptemperatuur kan dan hoger
zijn dan de ingestelde temperatuur.
Warmwateraftappunten sluiten.
Verwittig alle bewoners van het mogelijke verbrandingsgevaar.
Eventuele sanitaire omlooppomp op continu instellen.
De temperatuurinstelknop
Wachten tot de maximale temperatuur bereikt is.
Eerst het meest nabije warmwateraftappunt openen tot gedurende 3 minuten water aan 70°C uitloopt. Doe daarna
hetzelfde voor de volgende aftappunten tot en met het verst afgelegen aftappunt.
De temperatuurinstelknop warmwater, de eventuele sanitaire omlooppomp en de verwarmingsregelaar terug op
normale werking instellen.
9.14 Pompblokkeringsbeveiliging
Deze regeling verhindert het vastzitten van de cv-pomp en van de boilerlaadpomp na een langere
stilstandperiode.
Iedere uitschakeling van de circulatiepomp wordt gevolgd door een tijdmeting, om na 24 uur de pomp kortstondig te
laten draaien.
Let op: de ketel moet elektrisch ingeschakeld blijven.
6 720 800 738 (2013/06 BL-NL)
volledig naar rechts draaien (ongeveer 70°C).
Fig. 40
30