De aftakasschakelaar
bedienen
De aftakasschakelaar start en stopt de maaimessen
en eventuele bekrachtigde werktuigen.
Aftakasschakelaar inschakelen
Schakel de aftakasschakelaar in met de gashendel
op Snel.
Opmerking:
Als u de aftakasschakelaar inschakelt
met half gas of minder zorgt voor overmatige slijtage
aan de aandrijfriemen.
Figuur 18
Aftakasschakelaar uitschakelen
Figuur 19
Vooruit- en achteruitrijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op Snel om de beste prestaties te
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
VOORZICHTIG
De machine kan zeer snel ronddraaien. De
bestuurder kan de controle over de machine
verliezen. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel
en schade aan de machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
De rijhendels gebruiken
g008945
1. Rijhendel –
onvergrendelde
neutraalstand
2. Centrale onvergrendelde
stand
3. Vooruit
g009174
Vooruitrijden
Opmerking:
van de tractie beweegt terwijl de parkeerrem in
werking is gesteld.
1.
Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten
in de gebruiksaanwijzing.
2.
Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde
stand.
3.
Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels
langzaam naar voren
23
Figuur 20
4. Achteruit
5. Voorkant van de machine
De motor slaat af als u de rijhendels
(Figuur
21).
g004532