Het Veiligheidssysteem
WAARSCHUWING
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Werking van het veiligheidssys-
teem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
•
De parkeerrem in werking is gesteld.
•
de maaimessen zijn uitgeschakeld.
•
De rijhendels in de neutraalstand staan.
Het veiligheidssysteem zorgt ook ervoor dat de
motor wordt gestopt wanneer de rijhendels niet in de
neutrale vergrendelstand staan met de parkeerrem
ingeschakeld of wanneer u de bestuurdersstoel
verlaat terwijl de messen zijn ingeschakeld.
Veiligheidssysteem testen
Controleer de werking van het veiligheidssysteem
telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder
wordt beschreven, moet u het direct laten repareren
door een erkende servicedealer.
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking en schakel de aftakas
in. Probeer de motor te starten; de motor mag
nu niet gaan draaien.
2.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking en schakel de aftakas uit.
Verplaats één van de rijhendels (naar voren of
naar achteren). Probeer de motor te starten; de
motor mag nu niet gaan draaien. Beweeg nu
de andere rijhendels.
3.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking, schakel de aftakas
uit en zet de rijhendels in de neutraalstand.
Start de motor. Laat de motor lopen en zet de
parkeerrem vrij, schakel de aftakasschakelaar
in en kom iets overeind uit de bestuurdersstoel.
De motor moet afslaan.
4.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit
en zet de rijhendels in de neutraalstand. Start
de motor. Als de motor loopt, zet u de beide
rijhendels in de middelste stand. De motor moet
afslaan.
Het motoroliepeil
controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik
neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor
controleren; zie
Het motoroliepeil controleren (bladz.
38).
Een nieuwe machine
inrijden
Een nieuwe motor heeft tijd nodig om vol vermogen
te ontwikkelen. Maai-eenheden en aandrijfsystemen
hebben meer wrijving als zij nieuw zijn, waardoor
de motor extra wordt belast. Houd er rekening mee
dat een nieuwe machine een inrijperiode van 40
tot 50 bedrijfsuren nodig heeft om vol vermogen te
ontwikkelen voor de beste prestaties.
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
20
Figuur 11
g027638