modus auTomaTiSch
modus koeLeN
Modus VERWARMEN
MODUS VENTILEREN
In de modus Automatisch selecteert de sturing bij de eerste keer inscha-
kelen zelfstandig tussen verwarmings- en koelbedrijf. Een doeltempera-
tuur van 24 °C is vast ingesteld. Het regelgebied ligt tussen 22 °C en 26
°C. Dit kan met de toetsen / met 1 °C worden verhoogd of verlaagd.
Het ventilatortoerental kan niet worden veranderd.
In de modus Koelen wordt de lucht in de ruimte tot op de ingestelde
doeltemperatuur afgekoeld. De gewenste kamertemperatuur wordt
met de toetsen / in stappen van 1 °C ingesteld. Ligt de tempera-
tuur in de kamer 1 °C boven de gewenste doeltemperatuur dan begint
het binnentoestel met het afkoelen van de lucht in de ruimte. Indien de
ingestelde temperatuur in de ruimte met ong. 0,5 °C wordt onderschre-
den, dan schakelt de sturing de koelinstallatie uit. Ter bescherming van de
compressor schakelt de sturing pas na een wachttijd van 3 minuten de
koeling terug in.
In de modus Verwarmen beschikt u over de mogelijkheid de ruimte in de
herfst en de lente te verwarmen. De gewenste kamertemperatuur wordt
met de toetsen / in stappen van 1 °C ingesteld. Ligt de temperatuur
in de kamer 1 °C beneden de gewenste doeltemperatuur dan begint het
binnentoestel met het verwarmen van de lucht in de ruimte. Indien de
ingestelde temperatuur in de ruimte met ong. 0,5 °C wordt overschre-
den, dan schakelt de sturing de verwarming uit. Ter bescherming van de
compressor schakelt de sturing pas na een wachttijd van 3 minuten de
verwarming terug in.
In de modus Ventileren wordt alleen de lucht in de kamer geventileerd.
De temperatuur in de ruimte kan in deze modus niet worden veranderd.
Het koel- of het verwarmingsbedrijf zijn niet ingeschakeld.
MODE
AUTOMATISCH
MODE
KOELBEDRIjF
MODE
VERwARMInGSBE-
DRIjF
MODE
VEnTILATIE
9