REMKO ATY
Aansluiting van de
koudemiddelleidingen
Het ter plaatse aansluiten van de
koudemiddelleidingen gebeurt bin-
nenin het toestel.
Eventueel moet op de binnen-
toestellen een reductie resp. een
vergroting worden gemonteerd.
Deze schroefeenheden worden
standaard meegeleverd met het
binnentoestel. Na de montage
moeten de verbindingen dampdif-
fusiedicht worden geïsoleerd.
OPGELET
De toestellen zijn van in de
fabriek voorzien van een vul-
ling met gedroogde stikstof ter
controle van de dichtheid.Deze
onder druk taande stikstof
ontsnapt bij het lossen van de
wartels.
De volgende aanwijzingen hebben
betrekking op de installatie van het
koelcircuit en de montage van het
binnen- en het buitendeel.
1. Zie voor de vereiste buisdia-
meters de tabel "Technische
gegevens" en sluit de koelmid-
delleiding aan.
2. Gebruik voor het plooien van
de koperen buis het juiste plooi-
gereedschap, om knikken van
de leidingen te vermijden.
3. Let bij het monteren op de
plooistraal van de koelmiddel-
leidingen en buig eenzelfde buis
nooit een tweede keer.
Dit kan leiden tot dichtdrukken
en scheuren.
22
4. Plaats de koelmiddelleidin-
gen van het binnen- naar het
buitendeel. Zorg voor een
voldoende bevestiging en neem
ev. maatregelen tegen het te-
ruglopen van olie!
5. Installeer het buitendeel met
de wand- resp. vloerconsole op
een statisch toegelaten deel van
het gebouw (let op de installa-
tie-aanwijzingen van de con-
sole).
6. Zorg er voor dat er geen geluid
wordt overgedragen naar delen
van het gebouw. Geluidsover-
dracht worden verminderd door
trillingsdempers!.
7. Verwijder de in de fabriek aan-
gebrachte beschermkappen en
de wartels van de aansluitingen
van de afsluitkranen en
gebruik deze bij de
verdere montage..
8. Denk er om, voor u de koel-
middelleidingen omzet, dat de
wartelmoer op de buis moet
zitten..
9. Bewerk de geplaatste koelmid-
delleidingen zoals afgebeeld
(afbeelding 12+13, pagina 23).
10. Controleer of de buiskraag de
juiste vorm heeft (afbeelding
14, pagina 23).
11. Voer eerste de verbinding
van de koelmiddelleidingen
met de afsluitkranen met
de hand uit, om een correct zit-
ten te garanderen..
12. Bevestig de schroefverbin-
dingen daarna definitief met
2 steeksleutels met de juiste
maat.
Houd hen tijdens het schroe-
ven in elk geval tegen met een
steeksleutel
(afbeelding 15, pagina 23).
13. Voorzie ten slotte de geïnstal-
leerde koelmiddelleidingen,
inclusief koppelingen, van een
geschikte warmte-isolatie.
14. Gebruik alleen voor het betrok-
ken temperatuurgebied bruik-
bare en diffusiedichte isolatie-
slangen.
AAnwIjzInG
Er mag alleen gereedschap
worden gebruikt, dat geschikt
is voor gebruik in koude
omgevingen. Buizensnijder,
ontbramer, plooitang en om-
zetgereedschap.
Bijkomende aanwijzingen
voor de installatie
Bij het combineren van het
■
buitendeel met meerdere bin-
nendelen kan de aansluitingen
van de koelmiddelleidingen
afwijken. Monteer in dat geval
de meegeleverde reductie- resp.
vergrotingsstukken op het bin-
nendeel.
Is de enkele lengte van de ver-
■
bindingsleiding groter dan
5 m, dan moet bij het in bedrijf
nemen van de installatie koel-
middel worden toegevoegd.
(zie hoofdstuk "Koelmiddel
toevoegen").