Apparaatinstellingen
Het wachtwoord moet minstens 8 tekens bevatten en een combinatie
zijn van letters, cijfers en speciale tekens (behalve <,>,",\).
d Druk op het veld Wachtw. bevestigen.
e Voer het wachtwoord opnieuw in om dit te bevestigen en druk
vervolgens op Volg..
9
Stel de tijd in op het apparaat. U kunt de tijd handmatig instellen of
gebruikmaken van SNTP (Simple Network Time Protocol) om de
tijd automatisch met de tijdserver in te stellen.
Als u op Handmatig drukt:
a Stel de datum, tijd en starttijd in.
Voorbeeld van het selecteren van de starttijd: als uw plaatselijke tijd 4
uur voorloopt op UTC, drukt u op pijl-rechts tot +4 wordt weergegeven.
b Druk op Volg..
Als u op SNTP (Simple Network Time Protocol) drukt:
a Stel datum, tijd en time-offset in met behulp van pijl-links/rechts
en pijl-omhoog/omlaag.
Voorbeeld van het selecteren van de starttijd: als uw plaatselijke tijd 4
uur voorloopt op UTC, drukt u op pijl-rechts tot +4 wordt weergegeven.
b Als u op IP drukt, ga dan verder met stap c. Als u op Host drukt,
ga dan verder met stap e.
c Druk op het veld IP. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer een
IP-adres in dat de tijdinformatie verstrekt en druk vervolgens op
OK.
d Druk op het veld Poortnr.. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.
Voer een poortnummer in en druk vervolgens op OK.
e Druk op het veld Host. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer
de hostnaam handmatig in. U kunt ook op de hostlijst drukken,
een hostnaam selecteren in de Lijst met tijdservers en
vervolgens op Sluiten drukken.
f Druk op het veld Poortnr.. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.
Voer een poortnummer in en druk vervolgens op OK.
g Druk op Resultaat om de SNTP instelling te controleren en
vervolgens op Sluiten. Voer indien nodig de instelling opnieuw
uit.
h Druk op Volg..
10
Het venster Voltooid wordt geopend. Druk op de toets Sluiten. Het
apparaat wordt opnieuw opgestart.
Als de motor actief is, zal het apparaat mogelijk langzamer opnieuw
opstarten.
12. Menuoverzicht en geavanceerde functies
264