Apparaatinstellingen
Functie
Startinstelling
Hiermee kunt u de menuvolgorde van het beginvenster
kiezen.
• Startvenster: U kunt de menu's selecteren die in het
startvenster moeten worden weergegeven. Selecteer
het gewenste menu en druk op Inschakelen en OK.
• Prioriteit : u kunt de volgorde van de
beginvenstermenu's selecteren. Selecteer de
toepassing die u omhoog of omlaag wilt verplaatsen en
druk op de toetsen Omhoog/Omlaag.
• Achtergr. hoofdvenst. : u kunt de volgorde van de
beginvensterachtergrond selecteren.
Stempel
Hiermee kunt u de stempelfunctie toepassen op kopieën en
de tijd en datum, het IP-adres, het paginanummer of de
gebruikers-ID afdrukken op de kopieën.
Voortgangsvenster
Hiermee kunt u de taakvoortgang op het display volgen.
taak
Taak opnieuw
Wanneer een taak wordt gepauzeerd vanwege verkeerd
inplannen
papier of de fout Papier is op, schakelt de functie Taak
opnieuw inplannen de gepauzeerde taak naar de
volgende taak als de volgende taak kan worden afgedrukt
zonder papierfouten.
Vochtigheid
Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de hand van
de relatieve luchtvochtigheid in de omgeving.
Beeldmgr.
Hiermee kunt u de kleurinstellingen beheren, waaronder
automatische kleurenregistratie, tonersterkte en
afdrukdichtheid.
Stille modus
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. Dit kan wel de
afdruksnelheid en -kwaliteit verminderen.
Beschrijving
Functie
Stapelmodus
Als u het apparaat in een vochtige omgeving gebruikt of
afdrukmaterialen gebruikt die vochtig zijn als gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, kunnen de afgedrukte vellen
krullen vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat instellen om de
functie te gebruiken waarmee de afdrukken goed gestapeld
worden. Deze functie zal de afdruksnelheid echter
verlagen.
a. Is afhankelijk van de geselecteerde verificatie-instellingen mogelijk alleen beschikbaar voor de
beheerder (zie "Beveiliging" op pagina 266).
4
Andere instellingen
Sommige menu's kunnen afwijken ten opzichte van uw apparaat,
afhankelijk van de opties en het model.
Druk in het scherm op Machine Setup.
OF
Druk in het weergavescherm op Apparaatinst. > Andere.
Optie
Toepassingsinstellin
Hiermee kunt u de standaardinstellingen van
gen
sommige functies instellen (zie
"Toepassingsinstellingen" op pagina 251).
12. Menuoverzicht en geavanceerde functies
Beschrijving
Omschrijving
248