3. Systeem
Onderdeelnaam
Vereiste
Hulpverwarming
Algemeen
Regelstroom voor
contact gever
Aparte voeding
voor verwarming
Veiligheids-
inrichting
CV-ketel
Algemeen
Regelstroom voor
contactgever
Aparte voeding
voor verwarming
Veiligheids-
inrichting
Mengklep
Expansievat (primaire circuitzijde)
Expansievat (sanitaire waterzijde)
Grenswaarden van de TOTALE elektrische
stroom bij lokaal geleverde onderdelen
* De noodzaak en capaciteit van de hulpverwarming moet aan de volgende punten voldoen:
(1) Verwarmingscapaciteit en de voorlooptemperatuur moeten altijd voldoende zijn.
(2) Het systeem kan de temperatuur van het opgeslagen water in de tank verhogen om de groei van legionellabacteriën
tegen te gaan.
(Opmerking) In een systeem zonder hulpverwarming of CV-ketel 'is de anti-legionella modus' NIET beschikbaar.
(3) Het watercircuit mag tijdens het ontdooien niet bevriezen.
Stroomsterkte: 0,5A max, voeding: 230V AC
* Gebruik een relais.
Installeer een zekering voor de verwarming, apart van de regelstroom (zie afb. 1 en afb. 2).
* Bij gebruik van twee hulpverwarmingen moet de capaciteit van hulpverwarming 1 lager zijn dan die van hulpverwarming 2.
Bij gebruik van één hulpverwarming moet u aansluiten op BH1 (TBO.3 1-2 (OUT6)), en de dip SW2-3 op AAN zetten.
(Capaciteitsbegrenzing van de hulpverwarming)
Buitenunit
Stroom-
Kabel-
L
S1
Aards-
voorziening
onder-
luitings-
N
S2
~/N
breker of
onder-
isoleer-
230V
breker
S3
schakelaar
50Hz
Kabel-
Stroom-
onder-
voorziening
breker of
isoleer-
schakelaar
Kabel-
Stroom-
onder-
voorziening
breker of
isoleer-
schakelaar
<Afb. 1 (1 fase)>
Verwarmingscapaciteit/onderbreker/bekabeling (aanbevolen)
<1 fase>
Beschrijving
Stroom-
Totale capaciteit
voor ziening
(BH1 + BH2)
Hulp-
~/N 230V
2 kW (2 kW + 0 kW) 16 A
verwarming
50Hz
6 kW (2 kW + 4 kW) 32 A
(Primair circuit)
* Wanneer u een hulpverwarming installeert met een grotere capaciteit dan hierboven aangegeven, moet u een onderbre-
ker van geschikte grootte en een kabel (diameter) selecteren gebaseerd op de maximaal mogelijke elektrische stroom.
(1) Gebruik een thermostaat ter bescherming tegen oververhitting (handmatig resetbaar) (om ongewone temperatuurstijging/
verhitting zonder water op te sporen).
De bedrijfstemperatuur van de veiligheidsinrichting moet boven 80 °C. liggen. De veiligheidsinrichting mag niet snel
werken, maar het watercircuit mag niet koken, zelfs als de verwarming(en) te hoog staan afgesteld.
(Referentiewaarde) Thermostaat bedrijfstemperatuur gebruikt in onze cilinderunit en Hydrobox: 90 °C ± 4 °C
(2) Sluit een drukontlastingsklep aan op de primaire circuitzijde.
* De noodzaak en capaciteit van de CV-ketel moet aan de volgende punten voldoen:
(1) Verwarmingscapaciteit en de voorlooptemperatuur moeten altijd voldoende zijn.
(2) Het systeem kan de temperatuur van het opgeslagen water in de tank verhogen om de groei van legionellabacteriën
tegen te gaan.
(NB) In een systeem zonder hulpverwarming of CV-ketel is de 'anti-legionella modus' niet beschikbaar.
Stroomsterkte: 0,5A max, voeding: 230V AC
* Gebruik een relais.
Installeer een zekering voor de verwarming, apart van de regelstroom (zie afb. 1 en afb. 2).
*ECB is geïntegreerd in PAC-IF052B-E.
Verwarmingscapaciteit/onderbreker/bekabeling (aanbevolen)
Beschrijving
CV-ketel (SWW-tank)
* Wanneer u een CV-ketel installeert met een grotere capaciteit dan hierboven aangegeven, moet u een onderbreker van
geschikte grootte en een kabel (diameter) selecteren gebaseerd op de maximaal mogelijke elektrische stroom.
(1) Installeer de bijgeleverde thermistor THW5 op de SWW-tank. (Temperatuurdetectie via microcomputer voor de veilig-
heid: 80 °C)
(2) Gebruik een geïntegreerde uitschakelthermostaat (handmatig resetbaar).
De bedrijfstemperatuur van de veiligheidsinrichting moet boven 80 °C. liggen. De veiligheidsinrichting mag niet snel
werken, maar het watercircuit mag niet koken, zelfs als de verwarming te hoog staat afgesteld.
(Referentiewaarde) Thermostaat bedrijfstemperatuur gebruikt in onze cilinderunit: 85 °C ± 5°C
(3) Sluit een drukontlastingsklep aan op de sanitaire waterzijde.
Stroomsterkte: 0,1 A max (indien boven 0,1 A, moet u een relais gebruiken)
Stroomvoorziening: 230V AC
Sluit de aardingskabel aan, indien aanwezig.
Type: Raadpleeg de juiste afbeelding.
Als het watercircuit wordt gesloten, moet u het expansievat selecteren op grond van de hoeveelheid water in het water-
circuit.
* Volg de nationale reglementen op.
Optie 1 (Stroomvoorziening van buitenunit)
TOTALE stroombehoefte MOET
Optie 2 (Onafhankelijke stroomvoorziening (d.w.z. van de FTC4-unit zelf))
TOTALE stroomsterkte van de pomp(en) MOET
De totale toegestane stroomsterkte voor alle onderdelen behalve de pompen is
FTC4-PCB door )
FTC4 (Master)
TB2
L
N
Stroom-
TB1
voorziening
Naar
3N~
S1
regel-
400V
paneel
S2
50Hz
S3
ECB
ECB voor
L
hulpverwarming
N
(Primair circuit)
ECB
ELB voor
L
verwarm-
N
ingsketel
(DHW-tank)
<3 fase>
Onder-
bekabe-
Beschrijving
breker
ling
2.5 mm²
Hulp-
verwarming
6.0 mm²
(Primair circuit)
Stroomvoorziening
Capaciteit
~/N 230V 50Hz
3 kW
3A zijn (anders brandt de zekering op de PCB-buitenunit door).
3A zijn.
FTC4 (Master)
TB2
Stroom-
Kabel-
Aards-
L
voorziening
onder-
~/N
luitings-
breker of
N
230V
onder-
isoleer-
50Hz
breker
schakelaar
Buitenunit
TB1
Naar
S1
L1
S1
regelpaneel
Kabel-
Aards-
L2
S2
S2
onder-
luitings-
breker of
L3
S3
S3
onder-
isoleer-
breker
N
schakelaar
ECB
ECB voor
L1
hulpverwarming
Kabel-
Stroom-
onder-
(Primair circuit)
L2
voorziening
breker of
L3
isoleer-
schakelaar
ECB
ECB voor
Kabel-
L
verwarmingsketel
Stroom-
onder-
(DHW tank)
N
voorziening
breker of
isoleer-
schakelaar
<Afb. 2 (3 fase)>
Stroom-
Totale capaciteit
Onder-
voor ziening
(BH1 + BH2)
breker
3~ 400V
9 kW (3 kW + 6 kW) 16 A
50Hz
Onderbreker
bekabeling
16 A
2,5 mm²
<1 fase>
M
N
Mengklep
3A. (anders brandt de zekering op de
bekabe-
ling
2.5 mm²
9