Inhoudsopgave
Advertenties
4. Elektrische werkzaamheden
temperatuurregeling voor 2 zones
Bedieningsoptie A
Deze optie bestaat uit de hoofdcontroller, de Mitsubishi Electric draadloze afstandsbe-
diening en een lokaal geleverde thermostaat.
Met de draadloze afstandsbediening wordt de ruimtetemperatuur in zone1 bewaakt en
met thermostaat de ruimtetemperatuur in zone2.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan zone1 en de draadloze afstandsbe-
diening aan zone2.
Met de draadloze afstandsbediening kunnen ook wijzigingen worden aangebracht in
de instellingen voor de ruimteverwarming, de SWW temperatuur kan worden ver-
hoogd (*1) en de vakantiemodus kan worden geactiveerd zonder de hoofdcontroller te
hoeven gebruiken.
Als er meer dan één draadloze afstandsbediening wordt gebruikt, wordt de laatste
temperatuurinstelling (aanpassing/vraag) toegepast op ALLE ruimtes in dezelfde zone.
Sluit de draadloze ontvanger aan op de FTC4 (Master) met behulp van het instruc-
tieboekje van de draadloze afstandsbediening. Zet DIP SW1-8 op AAN Stel voor het
bedrijf de draadloze afstandsbediening in, zodat die data kan zenden en ontvangen.
(Zie hiervoor de installatiehandleiding van de draadloze afstandsbediening.)
Met de thermostaat stelt u de maximum temperatuur in voor de ruimteverwarming van
zone2.
De thermostaat wordt aangesloten op IN6 van FTC4 (Master). (Als de thermostaat
wordt toegewezen aan zone1, wordt die aangesloten op IN1 van TBI.1.) (Zie 4.5.)
Bedieningsoptie B
Deze optie bestaat uit de hoofdcontroller, de Mitsubishi Electric thermistor en een lokaal
geleverde thermostaat, die worden aangesloten op de FTC4 (Master).
Met de thermistor wordt de ruimtetemperatuur in zone1 bewaakt en met de thermostaat
de ruimtetemperatuur in zone2.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan zone1 en de thermistor aan zone2.
De thermistor kan geen wijzigingen uitvoeren in regelmodus. Wijzigingen aan SWW (*1)
moeten worden gemaakt via de hoofdcontroller op de FTC4 (Master).
Sluit de thermistor aan op de TH1-connector op de FTC4 (Master).
Het aantal ruimtetemperatuurthermistors die kunnen worden aangesloten op de FTC4
(Master) is altijd één.
Met de thermostaat stelt u de maximum temperatuur in voor de ruimteverwarming van
zone2.
De thermostaat wordt aangesloten op IN6 van FTC4 (Master). (Als de thermostaat wordt
toegewezen aan zone1, moet u die aansluiten op IN1 van TBI.1.) (Zie 4.5.)
Bedieningsoptie C
Deze optie bestaat uit de hoofdcontroller (met geïntegreerde thermistor) die zich op
een afstand van de FTC4 (Master) bevindt voor de bewaking van de ruimtetempera-
tuur in zone1 en een lokaal geleverde thermostaat voor de bewaking van de ruimte-
temperatuur in zone2.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan zone1 en de thermistor aan zone2.
Met een thermistor in de hoofdcontroller kan de ruimtetemperatuur worden bewaakt
voor de automatische adaptatiefunctie, waarbij alle functies van de hoofdcontroller be-
schikbaar blijven.
De hoofdcontroller en de FTC4 (Master) zijn met elkaar verbonden met een non-polai-
re, 2-aderige kabel van 0,3 mm² (lokaal geleverd), met een maximum lengte van 500 m.
Om de sensor in de hoofdcontroller te gebruiker, moet de hoofdcontroller zich op een
andere plaats bevinden dan de FTC4 (master). Anders meet die de temperatuur van
de FTC4 (Master) in plaats van de ruimtetemperatuur. Dit beïnvloed het rendement
van de ruimteverwarming.
Met de thermostaat stelt u de maximum temperatuur in voor de ruimteverwarming van
zone2.
De thermostaat wordt aangesloten op IN6 van FTC4 (Master). (Als de thermostaat
wordt toegewezen aan zone1, moet u die aansluiten op IN1 van TBI.1.) (Zie 4.5.)
Bedieningsoptie D
Deze optie bestaat uit de lokaal geleverde thermostaten aangesloten aan de FTC4
(Master). De thermostaten zijn apart toegewezen aan zone1 en zone2. Met de thermo-
staten stelt u elk de maximum temperatuur in voor de ruimteverwarming van zone1 en
zone2. Wijzigingen aan SWW (*1) moeten worden gemaakt via de hoofdcontroller op
de FTC4 (Master).
De thermostaat voor zone1 wordt aangesloten op IN1 in TBI.1 op FTC4 (Master).
De thermostaat voor zone2 wordt aangesloten op IN6 in TBI.1 op FTC4 (Master).
*1 Indien van toepassing
*2 Voor de bovenstaande opties kunnen de sensortypes worden gewisseld tussen zone1 en zone2. (bijv. draadloze afstandsbediening in zone1 en ruimtetemperatuurthermo-
staat in zone2 kunnen worden gewisseld in respectievelijk ruimtetemperatuurthermostaat en draadloze afstandsbediening).
Tevens kan indien nodig de draadloze afstandsbediening als thermostaat functioneren.
draadloze ontvanger
(optie)
FTC4
(Master)
Buitenunit
Hoofdcontroller
Zone1: Ruimtetemperatuurregeling (auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemperatuurre-
geling
FTC4
(Master)
Buitenunit
Hoofdcontroller
Zone1: Ruimtetemperatuurregeling (auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemperatuurregeling
(Master)
Buitenunit
Zone1: Ruimtetemperatuurregeling (auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemperatuurregeling
(Master)
Hoofdcontroller
Buitenunit
Zone1, zone2: Compensatiecurve of voorloop-
temperatuurregeling
Draadloze afstandsbedie-
ning (optie)
20.0°C
Max. 8
20.0°C
Zone1
20.0°C
Ruimtetemperatuur
thermostaat
(lokaal geleverd)
Zone2
Thermistor voor
ruimtetemperatuur
(optie)
Zone1
20.0°C
Ruimtetemperatuur
thermostaat
(lokaal geleverd)
Zone2
FTC4
Hoofdcontroller
(extern)
Zone1
20.0°C
Ruimtetemperatuur
thermostaat
(lokaal geleverd)
Zone2
FTC4
Ruimtetemperatuur
thermostaat
(lokaal geleverd)
Zone1
20.0°C
Ruimtetemperatuur
thermostaat
(lokaal geleverd)
Zone2
20°C
20°C
17
Advertenties
Inhoudsopgave
