4
Ingebruikneming
Gasaansluiting
• O
-/N
2
• de CO
Opmerking Handmatige gasbewaking:
Bij apparaten zonder gasmonitoring (optioneel) vindt geen automatische gasbewaking plaats.
De vullingsgraad van de gasflessen moet daarom dagelijks worden gecontroleerd.
CO
-aansluiting met gasmonitoring-systeem (optioneel)
2
Afbeelding 4-13. CO
De gastoevoerleiding van de gasinstallatie naar het apparaat wordt door de meegeleverde flexibele
gasdrukslangen tot stand gebracht.
Apparaten met CO
volgens het aansluitschema
CO
-aansluiting:
2
Bij een apparaat dat met het procesgas CO
gasmonitoring-specialist is uitgerust, wordt de gasvoeding als volgt aangesloten:
• Positie
apparaten. Om de gasvoeding verder te lussen, de apparaten door een gasdrukslang met elkaar verbinden.
• Positie
gasmonitoring-systeem aansluiten.
4-14
HERA
CELL VIOS
-voeding naar het gasinlaatfilter boven
2
-voeding naar het gasinlaatfilter onder
2
-aansluiting met gasmonitoring-systeem (optioneel)
2
-aansluiting die met het optionele gasmonitoring-systeem zijn uitgerust, worden
2
(7/Afbeelding
1/Afbeelding
4-13: Verdeleraansluiting voor de CO
2/Afbeelding
4-13: De gasvoeding van drukgasvat B op de bovenste aansluiting van het
160i LK / 250i LK
(4/Afbeelding
4-12),
(5/Afbeelding
4-12).
4-13) aangesloten.
wordt gebruikt en dat met het optionele
2
-gasvoeding van hoogstens drie andere
2
Thermo Scientific