Voer de volgende stappen uit om de scherpstelfunctie te
veranderen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer bij de "REC" (opname) indextab
"Focus" (scherpstellen) en druk vervolgens
op [ ].
3.
Selecteer d.m.v. [ ]
en [ ] de instelling
voor de gewenste
scherpstelfunctie en
druk vervolgens op
[SET] (instellen).
Een icoon verschijnt in het
beeldscherm om de huidige
scherpstelfunctie aan te geven.
• Zie de volgende pagina's van dit hoofdstuk voor details
aangaande het opnemen met elke scherpstelfunctie.
Scherpstelfunctie icoon
Gebruiken van autofocus
1.
Richt het scherpstelkader van het
beeldscherm op het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen en druk de sluitertoets dan
halverwege in.
Deze camera zal dan de scherpstelbewerking uitvoeren.
U kunt zien of scherpgesteld is op het beeld door de
bedrijfsindicator en de kleur van het scherpstelkader te
controleren.
ISO100
ISO100
Scherpstelkader
Status
Scherpstellen is
voltooid
Niet
scherpgesteld
98
Bedrijfsindicator
123
N
2
ISO
F3.1
F3.1
AWB
1/60
1/60
EV
15:37
Bedrijfsindicator Scherpstelkader
Licht groen op
Groen
Knippert groen
Rood
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN