Werking
ten. Bovendien kan de starter worden
beschadigd. Als de motor na 5 secon-
den aanzwengelen niet start, zet de
hoofdschakelaar dan op "
wacht 10 seconden en zwengel de
motor opnieuw aan.
NOTA:
Wanneer de motor koud is, moet hij eerst
●
warmdraaien. Voor meer informatie, zie
pagina 41.
Als de motor warm is en niet wil starten,
●
zet u de gashendel lichtjes open en pro-
beert u de motor opnieuw te starten. Als de
motor nog steeds niet wil starten, zie pagi-
na 68.
DMU36510
Controles na het starten van de
motor
DMU36522
Koelwater
Ga na of er een constante waterstraal uit de
koelwatercontroleopening komt. Een con-
stante waterstraal uit de controleopening
wijst erop dat de waterpomp water door de
koelwatermantels pompt. Als de koelwater-
mantels bevroren zijn, kan het een tijdje du-
ren alvorens er water uit de controleopening
begint te stromen.
DCM01810
OPGELET
Als er geen water uit de controleopening
komt terwijl de motor draait, kan dat lei-
den tot oververhitting en ernstige be-
schadiging van de motor. Zet de motor af
en controleer of de koelwaterinlaat in het
huis van het staartstuk of de koelwater-
controleopening geblokkeerd zijn. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer als u het
probleem niet kunt lokaliseren en oplos-
sen.
41
" (aan),
[DCM00192]
DMU27670
De motor laten warmdraaien
DMU27716
Modellen met manuele starter en
elektrische starter
1.
Nadat u de motor hebt gestart, laat u
hem 3 minuten onbelast draaien om
hem te laten warmdraaien. Als dit niet
gebeurt, zal de motorlevensduur daar-
door worden verkort.
2.
Ga na of het oliedrukwaarschuwings-
lampje wel uitgaat na het starten van de
motor. OPGELET: Als het oliedruk-
waarschuwingslampje knippert nadat
de motor werd gestart, dient u de mo-
tor weer uit te schakelen. Anders kan
de motor ernstig beschadigd raken.
Controleer het oliepeil en vul indien
nodig motorolie bij. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer wanneer de oorzaak
van de oliedrukwaarschuwing niet
kan worden achterhaald.
DMU36531
Controles na het warmdraaien
van de motor
DMU36541
Schakelen
Controleer met een stevig aangemeerde
boot en zonder gas te geven of de motor
soepel in voorwaarts en achterwaarts scha-
kelt en vervolgens terug in neutraal.
ZMU04229
[DCM01831]