en de snijrand. Zowel de snijranden als de vleugel
– dat is het deel dat naar boven steekt tegenover
de snijrand – zorgen ervoor dat het mes een goede
maaikwaliteit levert. De vleugel is belangrijk omdat
dit het gras rechtop zet zodat het gelijkmatig wordt
gemaaid. De vleugel zal echter tijdens het gebruik
langzaam slijten, en dit is normaal. Als de vleugel
slijt, zal de maaikwaliteit geleidelijk aan enigszins
afnemen, hoewel de snijranden scherp blijven. De
snijrand van het mes moet scherp zijn zodat het gras
wordt gemaaid en niet wordt afgescheurd. De snijrand
is kennelijk bot als de punten van de grassprieten
bruin zijn of kapot zijn gescheurd. Slijp de snijranden
om dit te verhelpen.
1.
Plaats de machine op een horizontaal
oppervlak. Breng het maaidek omhoog, stel de
parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal in
de neutraalstand en schakel de aftakas uit. Zet
daarna de motor af en verwijder het sleuteltje
uit het contact.
2.
Controleer nauwkeurig de uiteinden van het
maaimes, in het bijzonder op de plaats waar
het platte en het gebogen deel samenkomen
(Figuur
110). Omdat het metaal dat het platte
en het gebogen deel van het mes verbindt,
kan wegslijten door zand en ander schurend
materiaal, moet u dit steeds controleren voordat
u gaat maaien. Als u een slijtplek ontdekt
110), moet u het mes onmiddellijk vervangen.
(Figuur
1. Snijrand
2. Gebogen deel
3.
Controleer de snijranden van alle messen.
Als de snijranden niet scherp zijn of bramen
vertonen, moeten ze worden geslepen. Gebruik
een vijl om de bovenkant van het mes te slijpen
en de oorspronkelijke snijhoek te behouden
en te zorgen dat het mes scherp blijft
111). Het mes zal in balans blijven als dezelfde
hoeveelheid metaal aan beide snijranden wordt
weggehaald.
76
Figuur 110
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
g004653
(Figuur