Zij-maai-eenheden
De hoogte van de zij-maai-eenheden kunt u
instellen door een gelijk aantal afstandsstukken
toe te voegen aan dan wel te verwijderen van de
zwenkwielvorken. U plaatst hierbij de assen van de
zwenkwielen in de bovenste of onderste openingen in
de zwenkwielvorken. Vervolgens zet u de draaiarmen
vast in de gekozen openingen in de beugel voor de
gekozen maaihoogte.
1.
Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in alle zwenkwielvorken
en
Figuur
24). Raadpleeg onderstaande tabel
om vast te stellen wat de correcte opening voor
de instelling van de maaihoogte is.
2.
Verwijder de klemkapjes van de spilas
22) en schuif de as uit de zwenkwielarm. Plaats
de twee opvulstukken (3 mm) op de spilas
zoals zij oorspronkelijk zijn geplaatst. Deze
opvulstukken zijn nodig om ervoor te zorgen
dat de maaidekken over de gehele breedte
horizontaal staan. Schuif het benodigde aantal
afstandsstukken van 13 mm op de spilas om
de gewenste maaihoogte te bereiken; schuif
daarna de klemring op de as.
Figuur 22
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
Raadpleeg onderstaande tabel om vast te
stellen welke combinatie afstandsstukken moet
worden gebruikt om de maaihoogte in te stellen.
(Figuur 22
(Figuur
g008866
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
3.
Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm.
Plaats de opvulstukken (zoals deze
oorspronkelijk zijn geplaatst) en de overige
afstandsblokken op de spilas. Monteer het
klemkapje om alles goed vast te zetten.
4.
Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen uit
de zwenkwieldraaiarmen
5.
Draai de spanstang om de draaiarm hoger
of lager te zetten totdat de openingen zich
recht voor de gewenste openingen in de
maaihoogtebeugel van het frame van de
maai-eenheid bevinden
25).
6.
Plaats de gaffelpennen en monteer de
R-pennen.
7.
Draai de spanstang (met de hand) linksom zodat
er druk op de afstelling staat.
1. Zwenkwieldraaiarm
2. Montage-openingen van
as
34
Figuur 23
(Figuur
24).
(Figuur 24
en
Figuur
Figuur 24
3. Gaffelpen en R-pen
4. Spanstang
decal100-5622nc
g004676