1. Maatwiel
2.
Houd de rol en het afstandsstuk recht voor de
bovenste openingen in de beugels en zet deze
vast met de bout en de moer.
Ongelijke meshoogte corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities
en de instellingen van het tegengewicht van de
tractie-eenheid, verdient het aanbeveling een deel
van gazon te maaien en het uiterlijk ervan controleren
voordat u het volledige gazon echt gaat maaien.
1.
Stel elk maaidek in op de gewenste maaihoogte,
zie
Maaihoogte instellen (bladz.
2.
Controleer of de voor- en achterbanden
een spanning van 1,72 tot 2,07 bar hebben.
Indien nodig moet u ze oppompen totdat de
bandenspanning correct is.
3.
Controleer of de banden van alle zwenkwielen
een spanning van 3,45 bar hebben.
4.
Controleer de druk van de lading en het
tegengewicht. Hierbij moet u de motor hoog
stationair laten lopen en de testpoorten
gebruiken, zoals wordt uiteengezet in het
hoofdstuk Testpoorten van het hydraulische
systeem. Stel het tegengewicht af op 22,41 bar.
5.
Controleer op kromme messen; zie
op kromme messen (bladz.
6.
Maai het gras in een testgebied om te
controleren of alle maai-eenheden op dezelfde
hoogte maaien.
7.
Als de maai-eenheden nog moeten worden
afgesteld, zoek dan een vlak oppervlak met een
rechte rand van minstens 2 meter.
8.
Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u
de maaihoogte instellen op 7,6 tot 10,1 cm; zie
Maaihoogte instellen (bladz.
9.
Laat de maaidekken neer op het vlakke
oppervlak. Verwijder de kappen van de
bovenkant van de maaidekken.
Figuur 29
32).
Controleren
75).
32).
10.
Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie
is vastgezet, om de riemspanning op elk
maaidek te verminderen.
Montage frontmaaidek
Draai de messen op elke as totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes. Plaats opvulstukken
van 3 mm op de voorste zwenkwielvork(en) zodat de
maaihoogte overeenstemt met deze op de sticker
(Figuur
30); zie
afstellen (bladz.
g011493
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
Montage zij-maai-eenheden
Draai de messen op elke as totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes. Plaats opvulstukken
(3 mm) op de voorste zwenkwielarmen(en) zodat de
maaihoogte gelijk is met de sticker
Schuinstand van de maai-eenheid afstellen (bladz.
73)
voor de buitenste mesas.
36
Schuinstand van de maai-eenheid
73).
Figuur 30
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
(Figuur
g008866
31). Zie