Figuur 55
1. Parkeerrem
2. Stuurhendel
3. Toerenregelaar
8. De lengte van de verbinding wordt ingesteld met de
twee moeren onderaan de verticale veereenheid. De
verbinding moet een lengte hebben van 22,7 tot 23,3
cm.
Figuur 56
1. 22,7 tot 23,3 cm
9. Zet de remmen aan en uit om het goed inschakelen en
loskomen te controleren. Pas aan indien nodig.
4. Verticale veereenheid
5. Moer
6. 6 tot 7 cm
2. Moeren
Opmerking: Als de remmen uitgeschakeld zijn moet
er weinig tot geen speling zijn in de verbinding, en
mogen de remmen niet aanlopen.
45