5. Zet de machine goed vast op de aanhanger of
vrachtwagen met sjorbanden, kettingen, kabels, of
touwen die vanaf de machine naar buiten en naar
beneden lopen.
De machine inladen
Wees extra voorzichtig als u machine inlaadt op een aanhanger
of een vrachtwagen of de machine uitlaadt. Gebruik voor
deze procedure een hellingbaan die breder is dan de machine.
Belangrijk: Als er geen brede oprijplaat beschikbaar is,
gebruik dan voldoende smalle oprijplaten om een brede
oprijplaat te vormen.
Zorg dat de oprijplaat zo lang is dat de hellingshoek niet
groter is dan 15 graden. Een steilere hoek kan ertoe leiden
dat onderdelen van de maaier blijven haken als de machine
van de oprijplaat naar de aanhanger of de vrachtwagen
rolt. Steilere hoeken kunnen ook tot gevolg hebben dat de
machine achterover kantelt of dat u de controle verliest. Als u
de machine inlaadt op of in de buurt van een helling, moet u
de aanhanger of vrachtwagen zo plaatsen dat deze lager op de
helling staat en de oprijplaat hoger op de helling. Hierdoor
wordt de hoek die de oprijplaat maakt zo klein mogelijk.
Belangrijk: Probeer de machine niet op oprijplaat te
draaien, u kunt er de beheersing over verliezen en van
de oprijplaat af rijden.
WAARSCHUWING
Als een machine wordt geladen op een aanhanger
of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de
machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel
of de dood veroorzaken.
• Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine
gebruikt op een oprijplaat.
• Gebruik één oprijplaat die de volle breedte van
de machine beslaat. Gebruik geen afzonderlijke
hellingbanen voor elke kant van de machine.
• Als er geen brede oprijplaat beschikbaar is,
gebruik dan voldoende smalle oprijplaten om
een brede oprijplaat te vormen.
• Zorg ervoor dat de hoek tussen de hellingbaan
en de grond of tussen de hellingbaan en de
aanhanger of vrachtwagen niet groter is dan
15 graden.
• U mag niet abrupt versnellen of vertragen als u
met de machine op een oprijplaat rijdt, omdat
de machine dan kan kantelen of u de controle
over de machine kunt verliezen.
Tips voor bediening en gebruik
Gebruik van de snel-stand van de
gashendel
Voor een optimaal maairesultaat en een maximale
luchtcirculatie moet u de gashendel op S
gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus
niet te laag en zorg ervoor dat het maaidek niet helemaal door
ongemaaid gras is omgeven. Probeer altijd één zijkant van
de machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht
kan worden aangezogen.
Wanneer u een gazon voor de eerste
keer maait
Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen dat
oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In
het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte
worden gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat
maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een goed
maairesultaat te verkrijgen.
Eén derde van de lengte van het gras
afmaaien
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer één derde van
de lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien wordt
afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late herfst, wanneer
het gras langzamer groeit.
Maairichting afwisselen
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat het
gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en bemesting
ten goede komt.
Maaien met de juiste tussenpoos
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde.
Om dezelfde maaihoogte te behouden, moet u in het vroege
voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer
afneemt, maait u minder vaak. Als u langere tijd niet hebt
kunnen maaien, maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai
2 dagen later op een lagere maaihoogte.
Een lagere maaisnelheid gebruiken
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde
omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien.
Gras niet te kort afmaaien
Wanneer u op oneffenheden maait, moet u de maaihoogte
hoger zettem om een golvend gazon te voorkomen.
27
zetten. Om het
NEL