•
De kringloop is niet aangesloten.
•
Het lampje is doorgebrand.
•
Zekeringen zijn doorgebrand.
•
Het lampje werkt niet naar behoren.
Controleer de elektrische aansluitingen,
ingangszekeringen en het peertje van het
diagnoselampje om het defect vast te stellen.
Controleer of de kringloopstekker is bevestigd aan
de stekker van de kabelboom.
Hoe het diagnostische
ACE-display werkt
De machine is uitgerust met een elektronisch
besturingssysteem dat de meeste functies van de
machine regelt. Het besturingssysteem bepaalt welke
functie nodig is voor de verschillende inputschakelaars
(d.w.z. stoelschakelaar, contactschakelaar, enz.) en
schakelt de outputs in om de solenoïdes of relais voor
de vereiste functie van de machine te bekrachtigen.
Om ervoor te zorgen dat het elektronische
besturingssysteem de machine bestuurt zoals wordt
vereist, moeten de solenoïdes en relais van de
outputs zijn aangesloten en correct functioneren.
Met behulp van de display van de Diagnostische
ACE kunt u de elektrische functies van de machine
controleren en herstellen.
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan
of starten van de motor alleen mogelijk te maken
als het tractiepedaal in de
activerings-/blokkeringsschakelaar op B
gezet en de maai-/hefhendel in de
staat. Daarnaast moet de motor afslaan als u het
tractiepedaal intrapt terwijl de bestuurder niet op de
stoel zit of als de parkeerrem in werking is gesteld.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
is, de
NEUTRAALSTAND
LOKKEREN
NEUTRAALSTAND
Controle of de interlockschake-
laars functioneren
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maai-eenheden zakken, stel de parkeerrem
in werking en zet de motor af.
2.
Verwijder de kap van het bedieningspaneel.
3.
Zoek de kabelboom en de kringloopstekker
(Figuur
41).
1. Kringloopstekker
4.
Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de
stekker van de kabelboom.
5.
Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE
aan de connector van de kabelboom
Opmerking:
overlay-sticker op het display van de
Diagnostische ACE is geplaatst.
is
1. Diagnostische ACE
6.
Draai het contactsleuteltje op A
de motor niet.
34
Figuur 41
(Figuur
Controleer of de juiste
Figuur 42
, maar start
AN
g020260
42).
g004140