7.
Gebruik op maaidek 4 (links vooraan) en
maaidek 5 (rechts vooraan) de montagemoeren
van de stangbeugel om de slanggeleiders
vooraan op de lipjes van de maaidekken te
monteren. De slanggeleiders moeten naar het
middelste maaidek zijn gericht
7,
Figuur
8).
Figuur 6
1. Maai-eenheid 1
2. Maai-eenheid 2
3. Maai-eenheid 3
4. Maai-eenheid 4
1. Slanggeleiders (deze moeten naar het middelste maaidek zijn gericht)
8.
Laat alle hefarmen helemaal neer.
9.
Verwijder de borgpen en het kapje van het juk
van het draaipunt van de hefarm
(Figuur
6,
Figuur
g031275
5. Maai-eenheid 5
6. Messenkooimotor
7. Gewicht
(Figuur
9).
1. Slanggeleider (linkerversie
afgebeeld)
2. Stangbeugel
Figuur 8
1. Borgpen
14
Figuur 7
3. Moeren
Figuur 9
2. Kapje
g015160
g019602
g003975