Geeft weer of het IP-adres automatisch wordt toegewezen door een protocol zoals DHCP. "On" wordt weergegeven als
automatische adressering is ingeschakeld.
Select Protocol
Geeft het protocol weer gebruikt om het IP-adres automatisch toe te wijzen.
Auto IP
Geeft weer of Auto IP is in- of uitgeschakeld.
IP Address
Geeft het IP-adres weer.
Subnet Mask
Geeft het subnetmasker weer.
Gateway Address
Geeft het gateway-adres weer.
Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0".
Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IP-
adres goed is geconfigureerd. Dit probleem kunt u oplossen door een bepaald vertragingsinterval in te stellen waarna het
apparaat mag gaan communiceren.
Wireless LAN Settings
Geeft de draadloze LAN-instellingen en MAC-adres weer.
MAC Address
Toont het MAC-adres van de draadloze LAN.
SSID Settings
Geeft de SSID-instellingen weer.
Security
Geeft de momenteel toegepaste beveiligingsinstellingen weer. Als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, wordt
"None" weergegeven.
Wireless LAN Status
Geeft de verbindingsstatus weer (signaalsterkte) van de draadloze LAN. Als het apparaat niet is aangesloten, wordt "Inactive"
of "Disconnected" weergegeven.
U kunt geen IPv6-instellingen en sommige andere netwerkinstellingen controleren in deze instellingenlijst. Als u alle
netwerkinstellingen wilt controleren, druk ze dan af door [Afdrukken netwerkstatus] te selecteren in het printerstatusvenster.
Afdrukinstellingenlijsten
KOPPELINGEN
Verbinding maken met een bekabeld LAN
Verbinding maken met een Draadloos LAN
IPv4-adres instellen
Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk