4
Klik op [Edit].
5
Geef instellingen voor SNMPv1 op.
Als u de SNMPv1-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap.
[Use SNMPv1]
Schakel dit selectievakje in om SNMPv1 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv1 kunt u alleen opgeven als dit
selectievakje is ingeschakeld.
[Community Name 1]/[Community Name 2]
Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de naam van de community.
[MIB Access Permission 1]/[MIB Access Permission 2]
Selecteer voor elke community [Read/Write] of [Read Only] om de toegangsrechten voor MIB-objecten te bepalen.
[Read/Write]
Hiermee kunnen de waarden van MIB-objecten worden weergegeven en worden gewijzigd.
[Read Only]
Hiermee kunnen de waarden van MIB-objecten alleen worden weergegeven.
[Dedicated Community Settings]
De speciale community is een vooraf gedefinieerde community die uitsluitend is bedoeld voor beheerders die met Canon-software
werken, zoals imageWARE Enterprise Management Console. Selecteer [Off], [Read/Write] of [Read Only] voor toegangsprivileges
voor MIB-objecten.
[Off]
Gebruik de speciale community niet.
[Read/Write]
Hiermee kunnen de waarden van MIB-objecten worden weergegeven en worden gewijzigd.