[Use SNTP]
Selecteer het selectievakje om SNTP te gebruiken voor synchronisatie. Haal het vinkje weg als u deze functie niet wilt gebruiken.
[NTP Server Name]
Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u
"<hostnaam>.<domeinnaam>" (FQDN) van maximaal 255 alfanumerieke tekens invoeren. (Voorbeeld: ntp.example.com).
[Polling Interval]
Voer een interval in tussen 1 en 48 uur om op te geven hoe vaak de tijdserver moet worden gebruikt.
6
Klik op [OK].
Communicatie met de NTP-/SNTP-server testen
U kunt testen of het apparaat kan communiceren met de geregistreerde tijdserver. Klik op [Settings/Registration]
Settings]
[TCP/IP Settings] om [SNTP Settings] weer te geven en klik vervolgens op [Check NTP Server]. Als een werkende
verbinding tot stand is gebracht, wordt dit zoals hieronder aangegeven. (Met deze handeling wordt alleen de verbinding
gecontroleerd. De systeemklok wordt niet aangepast.)
Synchroniseren met de tijd ingesteld op de computer
U kunt het apparaat informeren over de tijd ingesteld op uw computer en die tijd synchroniseren. Maak tijdnotificatie-instellingen
in het printerstatusvenster.
1
Selecteer het apparaat door te klikken op
2
Selecteer [Opties]
3
Selecteer het selectievakje [De printer inlichten over de tijd] en klik op [OK].
in de systeemlade.
[Voorkeuren (Beheerders)].
[Network