5
Selecteer de te gebruiken sleutel uit de lijst met sleutels en certificaten en klik op [Register Default Key].
Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat
U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Key Name]
te klikken of op het pictogram van het certificaat.
6
SSL inschakelen.
1
Klik op [Security Settings]
2
Klik op [Edit].
3
Selecteer het selectievakje [Use SSL] en klik op [OK].
Sleutelparen en CA-certificaten verifiëren
[Remote UI Settings].