Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeeminstellingen
- Handleiding Sirius-CU
7.8

Schakelklokken

SYS
Omschrijving
1.1
Lichtsterkte lichtgroep 1
1.2
Lichtsterkte lichtgroep 2
1.3
Hysterese verlichting
1.4
Stapgrootte dimbare verlichting
1.5
Bandbreedte dimbare verlichting
1.6
Vertraging uitschakelen verlichting
1.7
Opwarmtijd groep 1 (inschakelvertraging groep 2)
1.8
Minimum uit-tijd
2.1
Opening gordijn tijdens stro verdelen
2.2
Voorlooptijd stro verdelen
3.1
Hysterese windafhankelijke klok

7.8.1 Lichtklok

AAN/UIT verlichting
De lichtklok kan één of twee verlichtingsgroepen schakelen op basis van tijd en de gemeten lichtsterkte. De
lichtsterkte van de te schakelen lichtgroepen kunnen ingevoerd worden bij 'Lichtsterkte lichtgroep 1'
(SYS 1.1) en 'Lichtsterkte lichtgroep 2'
De 'Hysterese'
(SYS 1.3) voorkomt dat de lichtregeling gaat pendelen. Een verlichtingsgroep wordt pas
uitgeschakeld als de lichtsterkte hoger is dan de 'Streefsterkte verlichting'
verlichtingsgroep'
plus de 'Hysterese'
Opmerking
Bij een groot verschil van lichtopbrengst tussen verlichtingsgroep 1 en verlichtingsgroep 2 kan
het gebeuren dat groep 1 uitschakelt in plaats van groep 2 als er voldoende buitenlicht beschikbaar is (groep
1 is dan de groep met de laagste lichtopbrengst). U dien dan de Hysterese (SYS 1.3) zo in stellen dat deze
hoger is dan het verschil in lichtopbrengst (Hysterese > Lux groep 2 – lux groep 1).
Dimbare verlichting
De systeeminstellingen van de dimbare verlichting worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeld:
De dimbare verlichting wordt actief als de klok voor de verlichting aan staat. Bij 250 lx (
verlichtingscontact ingeschakeld en het 0-10V signaal start op het minimum niveau zoals ingesteld is bij de
installatieprocedure (OPT 31.1 - 34.1). Na iedere minuut wordt het 0-10V signaal verhoogd met 1%.
Wanneer de lichtsterkte 240 lx is, 250 Lx
worden verhoogd met de maximale stapgrootte van 10%
dan zal het 0-10V signaal iedere minuut verhoogd worden met een stapgrootte van 5%.
Na een bepaalde tijd zal de lichtsterkte tussen 250 lx en 260 lx zijn. Het 0-10V signaal zal nu in de positie
blijven zoals het was (hysterese).
Als de lichtsterkte 260 lx is, 250 lx + 10 lx
worden met 1%. Wanneer de lichtsterkte 270 lx is, 260 lx + 10 lx
zijn, 10%
(SYS 1.4).
54
(SYS 1.2).
.
– 10 lx
(SYS 1.5,), dan zal het 0-10V signaal iedere minuut
(SYS 1.4). Als de lichtsterkte maar 245 lx is,
(SYS 1.3), dan zal iedere minuut het 0-10V signaal verlaagd
Basis
Gebruiker
0 lx
0 lx
10 lx
10 %
10 lx
00
00:01
00
00:01
00
00:01
10 %
00
00
1,0 m/s
plus de 'Lichtsterkte
) wordt het
(SYS 1.5), dan zal daling maximaal
lx
lx
lx
%
lx
%
m/s
3.19/NLD/Mei 2016

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave