De regengrens
is een aparte instelling waarmee wordt aangegeven wat de maximale gordijnopening
mag zijn boven een bepaalde windsnelheid waarbij het tevens regent. Dit kan worden toegepast om te
voorkomen dat het strooisel in de stal nat wordt door binnenregenen. In het voorbeeld is de gordijnopening
bij regen nooit hoger dan 20% indien de windsnelheid hoger is dan 3,0 m/s.
De maximale gordijnopening wordt alleen gecorrigeerd als de wind op het gordijn staat. Enkele
systeeminstellingen hebben hier invloed op, zie hoofdstuk 7.2.4 voor meer informatie.
De stormgrens
is een aparte instelling waarmee wordt aangegeven wat de maximale gordijnopening mag
zijn als het stormt (hoge windsnelheden). De stormgrens is onafhankelijk van de windrichting. Zodra de
winsnelheid hoger wordt dan de stormgrens, worden de maximale gordijnopening van alle gordijnen
aangepast.
Om te voorkomen dat de gordijnpositie te vaak wijzigt, zijn er enkele systeeminstellingen die voorkomen dat
bij snelle wind- en regenfluctuaties de gordijnen onmiddellijk regeren. Zie voor meer informatie hoofdstuk
7.2.4
4.3.6 Twee regenmelders (geen windrichtingsmeter)
In plaats van de windrichting te meten, kunt u ook per gordijn een regenmelder
plaatsen. De gordijnstand wordt dan aangepast als de bijbehorende regenmelder
regen meldt en de windsnelheid hoger is dan de ingestelde limiet. Dit kan worden
toegepast om te voorkomen dat het strooisel in de stal nat wordt door
binnenregenen.
U kunt voor beide gordijnen een regengrens instellen. De regengrens
gordijnopening als het regent.
4.3.7 Curve instellen
De curven voor de weercorrectie worden vanuit de Instellingenuitlezing van het weerstation
volgende curven en instellingen zijn beschikbaar.
Instellingenuitlezing bij drie windcorrectiecurven (MDV regeling)
3.19/NLD/Mei 2016
Windcorrectie lage temperaturen. De uitlezing geeft de grenstemperatuur
waaronder de correctie plaatsvindt en de actuele maximale gordijnopeningen van
gordijn 1 en gordijn 2.
Windcorrectie medium temperaturen. De uitlezing geeft de grenstemperatuur
waaronder de correctie plaatsvindt en de actuele maximale gordijnopeningen van
gordijn 1 en gordijn 2.
Windcorrectie hoge temperaturen. De uitlezing geeft de grenstemperatuur
waarboven de correctie plaatsvindt en de actuele maximale gordijnopeningen van
gordijn 1 en gordijn 2.
Stormgrens. De uitlezing geeft de windsnelheid waarbij alle gordijnen gecorrigeerd
worden en de maximale gordijnopeningen voor gordijn 1 en gordijn 2 bij deze
windsnelheid.
Regencorrectie. De uitlezing geeft de windsnelheid waarbij de regencorrectie
uitgevoerd wordt en de maximale gordijnopeningen voor gordijn 1 en gordijn 2 bij
deze windsnelheid in combinatie met regen.
Regelingen
- Handleiding Sirius-CU
bepaalt de maximale
ingesteld. De
21